Beschrijving van controlewaarden en parameters
8.5.3
Parametergroep Motorpotentiometer
Met de motorpotentiometerfunctie kan de gebruiker de uitgangsfrequentie verhogen of verlagen.
Door een digitale ingang te koppelen aan parameter P3.3.4.1 (
en het digitale signaal te activeren, zal de uitgangsfrequentie stijgen zolang het signaal actief is.
De parameter P3.3.4.2 (
uitgangsfrequentie.
De snelheid waarmee de frequentiereferentie stijgt of daalt wanneer Motorpotentiometer Omhoog
of Omlaag wordt geactiveerd, wordt bepaald door de
OPMERKING! De uitgangsfrequentie wordt beperkt door de normale acceleratie- en deceleratietijd
wanneer deze langzamer zijn ingesteld dan de parameter Motorpotentiometer stijgtijd.
Met de parameter Reset motorpotentiometer (P3.3.4.4) kunt u instellen of de frequentiereferentie
voor de motorpotentiometer moet worden gereset (ingesteld op Min.freq.) wanneer de motor wordt
gestopt of uitgeschakeld.
De frequentiereferentie voor de motorpotentiometer is beschikbaar op alle bedieningsplaatsen in
menugroep 3.3: Referenties. De motorpotentiometerreferentie kan alleen worden gewijzigd als de
frequentieregelaar zich in de RUN-toestand bevindt.
P3.3.4.1
M
OTORPOTENTIOMETER OMHOOG
P3.3.4.2
M
OTORPOTENTIOMETER OMLAAG
Met een motorpotentiometer kan de gebruiker de uitgangsfrequentie verhogen of verlagen.
Door een digitale ingang te koppelen aan parameter P3.3.4.1 (Motorpotentiometer OMHOOG)
en het digitale signaal te activeren, zal de uitgangsfrequentie stijgen zolang het signaal actief is.
De parameter P3.3.4.2 (Motorpotentiometer OMLAAG) werkt precies andersom en verlaagt de
uitgangsfrequentie.
De snelheid waarmee de uitgangsfrequentie stijgt of daalt wanneer Motorpotentiometer Omhoog
of Omlaag wordt geactiveerd, wordt bepaald door de Motorpotentiometer-rampingtijd (P3.3.4.3) en
door de ramp-acceleratie/-deceleratietijden (P3.4.1.2/P3.4.1.3).
Als deze is geactiveerd, zal de parameter Reset motorpotentiometer (P3.3.4.4) de frequentiereferentie
op nul zetten.
P3.3.4.4
M
OTORPOTENTIOMETER RESET
Hiermee kunt u de logica instellen voor het resetten van de frequentiereferentie van de
motorpotentiometer.
Optie
Naam optie
0
Geen reset
1
Stoptoestand
2
Voeding uit
24-hour support +358 (0)201 212 575 • Email: vacon@vacon.com
Motorpotentiometer OMLAAG
(ID 418)
(ID 417)
(ID 367)
De vorige frequentiereferentie van de motorpotentiometer wordt
vastgehouden na de stopstatus en opgeslagen in het geheugen
voor het geval de stroom wordt uitgeschakeld.
De frequentiereferentie van de motorpotentiometer wordt op nul
gezet wanneer de frequentieregelaar in stoptoestand is of wan-
neer de stroom naar de frequentieregelaar wordt uitgeschakeld.
De frequentiereferentie van de motorpotentiometer wordt alleen
op nul gezet als de stroom wordt uitgeschakeld.
Motorpotentiometer OMHOOG
) werkt precies andersom en verlaagt de
Motorpotentiometer stijgtijd
Opmerking
vacon • 180
)
(P3.3.4.3).
8