Beschrijving van controlewaarden en parameters
Optie
Naam optie
3
CS1: Starten
CS2: Achteruit
VOORUIT
Uitgangsfrequentie
Ingestelde
frequentie
0 Hz
Ingestelde
frequentie
ACHTERUIT
Vrijgave
Stuursignaal 1
Stuursignaal 2
1
Besturingssignaal (CS) 1 activeert waardoor
1
de uitgangsfrequentie hoger wordt. De motor
draait vooruit.
CS2 wordt geactiveerd waardoor de
2
draairichting begint te veranderen
(VOORUIT naar ACHTERUIT).
CS2 wordt gedeactiveerd waardoor de
3
draairichting begint te veranderen (ACHTERUIT
naar VOORUIT) omdat CS1 nog steeds actief is.
CS1 wordt ook gedeactiveerd en de frequentie
4
zakt naar 0.
Ondanks het activeren van CS2 start de motor
5
niet omdat CS1 nog steeds inactief is.
CS1 activeert waardoor de uitgangsfrequentie
6
weer hoger wordt. De motor draait vooruit
omdat CS2 inactief is.
24-hour support +358 (0)201 212 575 • Email: vacon@vacon.com
Tabel 112.
6
2
3
4
5
Afbeelding 56. I/O A start/stop-logica = 3
Tabel 113.
7
8
9
10
11
12
Opmerking
7
8
9
10
Vrijgavesignaal wordt op ONWAAR gezet
waardoor de frequentie tot 0 zakt. U kunt het
vrijgavesignaal instellen met parameter P3.5.1.15.
Vrijgavesignaal wordt op WAAR gezet,
waardoor de frequentie stijgt naar de ingestelde
frequentie omdat CS1 nog steeds actief is.
De stopknop op het paneel wordt ingedrukt en de
naar de motor gevoerde frequentie zakt naar 0.
(Dit signaal werkt alleen als P3.2.3 Stopknop
bedieningspaneel = Ja.)
De frequentieregelaar start door op de
startknop op het paneel te drukken.
De frequentieregelaar wordt weer gestopt
door op de stopknop op het bedieningspaneel
te drukken.
De poging om de frequentieregelaar te starten
door op de startknop te drukken, is mislukt
omdat CS1 inactief is.
vacon • 176
t
11
12
9142.emf
8