Beschrijving van controlewaarden en parameters
Stel het totale aantal frequentieregelaars in dat wordt gebruikt
in het multipompsysteem
• Deze waarde kunt u instellen met parameter P1.35.14
5
(parametermenu Snelle instelling).
• Dezelfde parameter vindt u ook in het menu Parameters ->
groep 3.15 -> P3.15.2.
• Het multipompsysteem is standaard geconfigureerd voor 3 pompen
(frequentieregelaars).
Selecteer welke signalen zijn verbonden met de regelaar.
• Ga naar parameter P1.35.16 (parametermenu Snelle instelling).
• Dezelfde parameter vindt u ook in het menu Parameters -> groep 3.15
-> P3.15.4.
• Als het PID-terugkoppelingssignaal is aangesloten, kan de regelaar
optreden als master in het multipompsysteem. Anders werkt de rege-
6
laar alleen als slave-unit.
• Selecteer 'Signalen verbonden' als zowel het startsignaal als het PID-
terugkoppelsignaal (bijv. druksensor) zijn verbonden met de regelaar.
• Selecteer 'Alleen startsignaal' als alleen het startsignaal is verbonden
met de regelaar (PID-terugkoppelingssignaal is niet verbonden).
• Selecteer 'Niet verbonden' als noch het startsignaal noch het PID-te-
rugkoppelsignaal is verbonden met de regelaar.
Stel het ID-nummer van de pomp in.
• Ga naar parameter P1.35.15 (parametermenu Snelle instelling).
• Dezelfde parameter vindt u ook in het menu Parameters -> groep 3.15
-> P3.15.3.
• Elke frequentieregelaar in het multipompsysteem moet een uniek
ID-nummer hebben. ID-nummers moeten in numerieke volgorde vanaf
7
1 worden toegewezen.
• Wijs nooit hetzelfde ID-nummer toe aan meerdere frequentierege-
laars. Anders zal de communicatie tussen de frequentieregelaars niet
juist verlopen.
• Frequentieregelaars die zijn gekoppeld aan een PID-terugkoppelsig-
naal, hebben gewoonlijk de laagste identificatienummers (bijv. ID 1 en
ID 2) voor de kortst mogelijke opstartvertraging wanneer het systeem
wordt ingeschakeld.
Configureer de vergrendelingsfunctie.
• Ga naar parameter P1.35.17 (parametermenu Snelle instelling).
• Dezelfde parameter vindt u ook in het menu Parameters -> groep 3.15
-> P3.15.5.
• De vergrendelingsfunctie is standaard uitgeschakeld.
8
• Selecteer 'Vrijgegeven' als het vergrendelingssignaal is gekoppeld
aan de digitale ingang DI5 van de frequentieregelaar (vergrendelings-
signaal = digitaal ingangssignaal dat aangeeft of deze pomp beschik-
baar is in het multipompsysteem of niet).
• Selecteer anders de optie 'Niet gebruikt'. Hierbij neemt het systeem
aan dat alle pompen in het multipompsysteem beschikbaar zijn.
24-hour support +358 (0)201 212 575 • Email: vacon@vacon.com
.
vacon • 226
8