vacon • 249
8.17
Pompbesturing
8.17.1
Autoreinigen
De functie Autoreinigen wordt gebruikt om al het vuil of ander materiaal te verwijderen dat
zich heeft verzameld op de waaier van de pomp. Autoreinigen wordt bijvoorbeeld gebruikt in
waterreinigingsinstallaties om de prestaties van de pomp op niveau te houden. De functie
Autoreinigen kan ook worden gebruikt om een verstopte klep of leiding te ontstoppen.
De autoreinigingsfunctie is gebaseerd op het snel laten draaien en weer afremmen van de pomp.
Zie afbeelding 115 en de parameterbeschrijvingen hieronder:
f
uit
ID1717
0
ID1719
ID1715
Afbeelding 115. Functie Autoreinigen. (0 = nulfrequentie, ID1716 = Reinigen cycli 1 en 2),
ID 1715 = P3.5.1.41 Autoreinigen actief, ID 1717 = P3.21.1.8 Vooruit reinigen frequentie,
ID 1718 = P3.21.1.9 Vooruit reinigen tijd, ID 1719 = P3.21.1.10 Omgekeerd reinigen frequentie,
ID 1720 = P3.21.1.11 Omgekeerd reinigen tijd, ID 1721 = P3.21.1.12 Acceleratietijd reinigen,
P3.21.1.1
Met deze parameter kunt u instellen hoe de autoreinigingsprocedure wordt gestart. U kunt de
volgende startmodi selecteren (wanneer 0 is geselecteerd, wordt de reinigingsfunctie niet gebruikt):
1 = Ingeschakeld (DIN)
De reinigingsprocedure wordt gestart met een digitaal ingangssignaal. Als de startopdracht actief
is, zorgt een opgaande flank in het digitale ingangssignaal (P3.21.1.2) dat de reinigingsprocedure
wordt gestart. De reinigingsprocedure kan ook worden gestart wanneer de frequentieregelaar zich
in de slaapstand (PID-slaap) bevindt.
2 = Ingeschakeld (huidig)
De reinigingsprocedure wordt gestart wanneer de motorstroom langer dan is ingesteld met
P3.21.1.4 hoger is dan de ingestelde stroomlimiet (P3.21.1.3).
3 = Ingeschakeld (real-time)
De reinigingsprocedure wordt uitgevoerd conform de interne klok (RTC).
OPMERKING! Hiervoor moet de batterij voor de interne klok (RTC) zijn geïnstalleerd.
De reinigingsprocedure wordt op de geselecteerd weekdagen (P3.21.1.5) gestart op het
ingestelde moment van de dag (P3.21.1.6) als de startopdracht voor frequentieregelaar actief is.
De reinigingsprocedure kan ook worden gestart wanneer de frequentieregelaar zich in de
slaapstand (PID-slaap) bevindt.
OPMERKING! De reinigingsprocedure kan altijd worden gestopt door de startopdracht van de
frequentieregelaar te deactiveren.
8
ID1718
ID1716 (1)
ID 1722 = P3.21.1.13 Deceleratietijd reinigen
R
(ID 1714)
EINIGEN FUNCTIE
Beschrijving van controlewaarden en parameters
ID1721
ID1720
ID1716 (2)
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205
ID1722
3090.emf