vacon • 229
MultiDrive-configuratie
De MultiDrive-modi (Multi-master en Multi-slaaf) zijn ontwikkeld voor regeling van een systeem
met 8 pompen met variabel toerental. Elke pomp wordt door een eigen frequentieregelaar
aangedreven. De interne PID-regelaar van de frequentieregelaar regelt alle pompen.
De frequentieregelaars communiceren met elkaar via de communicatiebus (Modbus RTU).
De afbeelding hieronder toont het principe van een MultiDrive-configuratie. Zie ook het
algemene aansluitschema van een multipompsysteem in hoofdstuk 1.5.4.2 Bedradingsschema
multipompsystemen (MultiDrive).
P3.15.1
Met deze parameter kunt u de configuratie en bedrijfsmodus van een multipompsysteem instellen.
0 = SingleDrive
De modus SingleDrive is ontwikkeld voor regeling van een systeem met één pomp met variabel
toerental en tot 7 hulppompen. De interne PID-regelaar van de frequentieregelaar drijft de
snelheid van één pomp aan en zendt stuursignalen uit (via relaisuitgangen) om de hulppompen
te starten/stoppen. Voor de verbinding van de hulppompen met netstroom zijn externe
magneetschakelaars nodig.
8
3 ~
Start/stop
M1
M1
M2
M3
M8
Afbeelding 100. MultiDrive-configuratie (PT = druksensor)
M
-
,
(ID 1785)
ULTI
POMP
MODUS
Beschrijving van controlewaarden en parameters
M2
M3
PT
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205
M8
3089.emf