Beschrijving van controlewaarden en parameters
Un
ID603
ID605
ID606
Afbeelding 50. Programmeerbare U/f-curve, ID 602 = P3.1.4.2 Veldverzwakkingspunt,
ID 603 = P3.1.4.3 Spanning veldverzwakkingspunt, ID 604 = P3.1.4.4 U/f-middelpuntfrequentie,
ID 605 = P3.1.4.5 U/f-middelpuntspanning, ID 606 = P3.1.4.6 Spanning bij 0 Hz
OPMERKING! Deze parameter wordt geforceerd ingesteld op '1'
Motortype
wordt ingesteld op '1' Permanente-magneetmotor (PM).
OPMERKING! Als deze parameter wordt gewijzigd, worden parameters P3.1.4.2 Frequentie
veldverzwakkingspunt, P3.1.4.3 Spanning veldverzwakkingspunt, P3.1.4.4 U/f-middelpuntfrequentie,
P3.1.4.5 U/f-middelpuntspanning en P3.1.4.6 Spanning bij 0 Hz automatisch ingesteld op de
standaardwaarden als parameter P3.1.2.2 Motortype is ingesteld op '0'
P3.1.4.3
S
PANNING VELDVERZWAKKINGSPUNT
Boven de frequentie op het veldverzwakkingspunt blijft de uitgangsspanning ingesteld op de
maximumwaarde. Onder de frequentie op het veldverzwakkingspunt is de uitgangsspanning
afhankelijk van de instellingen van de U/f-curveparameters. Zie parameters P3.1.4.1, P3.1.4.4 en
P3.1.4.5.
Wanneer u de parameters P3.1.1.1 Nominale motorspanning en P3.1.1.2 Nominale motorfrequentie
instelt, wordt automatisch de bijbehorende waarde van de parameters P3.1.4.2 Frequentie
veldverzwakkingspunt en P3.1.4.3 Spanning veldverzwakkingspunt ingesteld. Als u andere
waarden wilt instellen voor het veldverzwakkingspunt en de maximale uitgangsspanning,
moet u deze parameters wijzigen nadat u de parameters P3.1.1.1 en P3.1.1.2 hebt ingesteld.
P3.1.4.7
24-hour support +358 (0)201 212 575 • Email: vacon@vacon.com
U [V]
Standaard:
Nominale spanning
van de motor
P2
P1
ID604
P3
Veldverzwakkingspunt
Standaard:
Nominale frequentie
van de motor
ID602
Lineair
wanneer de parameter
Inductiemotor (IM)
(ID 603)
vacon • 168
f [Hz]
9119.emf
.
8