›
De ruitenwissers inschakelen.
›
Het contact uitschakelen.
De ruitenwissers blijven in de stand staan, waarin ze zich bevinden op het mo-
ment dat het contact wordt uitgeschakeld.
Als winterstand kunt u ook de servicestand gebruiken
Let op
Staat de bedieningshendel in stand
■
wagen onder 4 km/h, wordt de wissnelheid in een lagere wisstand geschakeld.
De oorspronkelijke stand wordt weer ingeschakeld als de rijsnelheid van de
wagen weer hoger is dan 8 km/h.
Na het inschakelen van de achteruitversnelling wordt bij ingeschakelde rui-
■
tenwissers vóór de achterruit automatisch eenmaal gewist.
Koplampsproeiers
Lees en bekijk eerst
en
De koplampen worden na het inschakelen van het contact en bij ingeschakeld
dimlicht altijd bij de eerste en na elke tiende keer sproeien van de voorruit
(stand
» Afbeelding 63
op pagina 87) gereinigd.
5
Op gezette tijden, bijvoorbeeld tijdens een tankstop, hardnekkig vastzittend
vuil (zoals insectenresten) handmatig van de koplampen verwijderen. Op de
volgende aanwijzingen letten
» pagina
Om in de winter verzekerd te zijn van de werking van de koplampsproeiers,
moet u de houders van de koplampsproeiers sneeuwvrij maken en ijs met een
ontdooispray verwijderen.
VOORZICHTIG
De koplampsproeiers nooit met de hand naar buiten trekken - gevaar voor be-
schadiging!
Let op
De koplampsproeiers werken bij een buitentemperatuur van circa -12 °C/h tot
+39 °C/h.
88
Bediening
» pagina
239.
of
en de daalt de snelheid van de
2
3
op bladzijde 86.
194, Koplampglazen.
Achteruitkijkspiegels
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Binnenspiegel
Buitenspiegels
ATTENTIE
Let erop dat de spiegels niet door ijs, sneeuw, condens of andere voor-
■
werpen afgedekt zijn.
Convexe (bolvormige) of asferische buitenspiegels vergroten het ge-
■
zichtsveld. Objecten in de spiegel lijken echter kleiner te zijn. Daarom zijn
deze spiegels maar beperkt geschikt om de afstand tot achterliggers in te
schatten.
Gebruik zo mogelijk de binnenspiegel om de afstand tot achteropkomend
■
verkeer te bepalen.
ATTENTIE
Automatisch dimmende spiegels bevatten een elektrolyt, die bij een gebro-
ken spiegelglas kan weglekken.
De weglekkende elektrolyt kan zorgen voor irritatie van de huid, ogen en
■
ademhalingsorganen. Direct voor voldoende frisse lucht zorgen en de wa-
gen verlaten. Als dat niet mogelijk is, de ruiten iets openen.
Als elektrolyt is ingeslikt, onmiddellijk naar een arts gaan.
■
Als de ogen en huid met elektrolyt in aanraking zijn gekomen, de betref-
■
fende plaats direct gedurende ten minste enkele minuten met veel water
afspoelen. Daarna onmiddellijk naar een arts gaan.
89
89