Starthulp
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Starthulp met behulp van de accu van een andere wagen
Als de motor niet aanslaat omdat de accu ontladen is, kan de accu van een an-
dere wagen worden gebruikt om de motor te starten.
ATTENTIE
De waarschuwingsaanwijzingen bij werkzaamheden in de motorruimte
■
opvolgen
» pagina
203.
Een ontladen accu kan al bij temperaturen net onder 0 °C bevriezen. Bij
■
een bevroren accu geen starthulp geven met behulp van de accu van een
andere wagen - explosiegevaar!
Ontstekingsbronnen (open vuur, brandende sigaretten en dergelijke) uit
■
de buurt van de accu houden - gevaar voor explosie!
Nooit starthulp gebruiken bij accu's met een te laag accuvloeistofpeil -
■
explosiegevaar en gevaar door bijtende werking.
De sluitdoppen van de accucellen moeten zijn vastgeschroefd.
■
Let op
Wij adviseren de startkabels aan te schaffen bij een speciaalzaak voor voer-
tuigaccu's.
Starthulp met behulp van de accu van een andere wagen
232
Tips om het zelf te doen
232
Afbeelding 205
Starthulp: A - ontladen accu, B -
stroomleverende accu
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 232.
Voor een startpoging met behulp van de accu van een andere auto zijn start-
kabels nodig.
De startkabels moeten in de onderstaande volgorde worden aangesloten.
›
Het ene uiteinde
aansluiten op de pluspool van de ontladen accu
1
» Afbeelding
205.
A
›
Het andere uiteinde
aansluiten op de pluspool van de stroomleverende
2
accu
.
B
›
Het ene uiteinde
aansluiten op de minpool van de stroomleverende accu
3
.
B
›
Het andere uiteinde
aansluiten op een massief, vast met het motorblok
4
verbonden metalen onderdeel of direct op het motorblok zelf.
Bij wagens met start-stopsysteem mag de startkabel alleen op het massapunt
van de motor worden aangesloten
Motor starten
›
De motor van de stroomleverende wagen starten en stationair laten draaien.
›
Nu de motor van de wagen met de ontladen accu starten.
›
Als de motor niet aanslaat, de startprocedure na circa 10 seconden afbreken
en circa een halve minuut later herhalen.
›
De startkabels precies in omgekeerde volgorde van het vastmaken verwijde-
ren.
Beide accu's moeten een nominale spanning van 12 V hebben. De capaciteit
(Ah) van de stroomleverende accu mag niet wezenlijk lager zijn dan de capaci-
teit van de ontladen accu.
Startkabel
Alleen startkabels gebruiken met een voldoende grote diameter en met geïso-
leerde poolklemmen. De aanwijzingen van de fabrikant van de startkabels op-
volgen.
Afbeelding 206
Massapunt van de motor: Start-
stopsysteem
» Afbeelding
206.