ATTENTIE
Vóór elke rit de veiligheidsgordel correct omgespen - ook in stadsverkeer!
■
Dat geldt ook voor de inzittenden op de zitplaatsen achterin - gevaar voor
verwondingen!
Ook zwangere vrouwen moeten altijd de veiligheidsgordel dragen. Alleen
■
dat biedt de beste bescherming voor het ongeboren kind
ligheidsgordels omgespen en losmaken.
De maximale beschermende werking van de veiligheidsgordels wordt al-
■
leen bij een correcte zithouding bereikt
ding.
De leuningen mogen niet te ver naar achteren staan, omdat anders de
■
werking van de veiligheidsgordel teniet kan worden gedaan.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor het juiste gordelbandverloop
Altijd op het juiste verloop van de veiligheidsgordel letten. Een verkeerd
■
gedragen veiligheidsgordel kan zelfs bij een lichte aanrijding tot letsel lei-
den.
De hoogte van de veiligheidsgordel zo instellen, dat de schoudergordel
■
ongeveer over het midden van de schouder - maar in geen geval langs de
hals - loopt.
Een te los gedragen veiligheidsgordel kan tot letsel leiden, omdat uw li-
■
chaam bij een ongeval door de bewegingsenergie verder naar voren komt
en dan abrupt door de veiligheidsgordel wordt afgeremd.
De gordel nooit over vaste of breekbare voorwerpen leiden (bijvoorbeeld
■
brillen, balpennen, sleutels enzovoort). Deze voorwerpen kunnen tot ver-
wondingen leiden.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor het bedienen van de veiligheidsgordels
De gordel mag niet zijn vastgeklemd, zijn verdraaid of langs scherpe rand-
■
en schuren.
Let erop dat de veiligheidsgordel bij het sluiten van het portier niet wordt
■
ingeklemd.
» pagina
14, Vei-
» pagina
9, Juiste en veilige zithou-
ATTENTIE
Aanwijzingen voor het juiste gebruik van de veiligheidsgordels
Met een veiligheidsgordel mogen nooit 2 personen (ook geen kinderen)
■
worden omgegespt. De veiligheidsgordel mag ook niet over een op de
schoot van een passagier zittend kind worden gevoerd.
De slotgesp mag alleen in het bij de betreffende zitting behorende slot-
■
deel worden gestoken. Het verkeerd omdoen van de veiligheidsgordel be-
invloedt de beschermende werking hiervan en de kans op letsel neemt toe.
De invoertrechter van de slotgesp mag niet verstopt zijn, omdat anders
■
de slotgesp niet kan vergrendelen.
Veel lagen kleding en ook losse kleding (bijvoorbeeld een mantel over
■
een colbert) belemmeren het correct aanliggen en de werking van de veilig-
heidsgordels.
Het gebruik van klemmen of andere voorwerpen voor het instellen van de
■
veiligheidsgordels (bijvoorbeeld voor het inkorten van de veiligheidsgordels
bij kleinere personen) is verboden.
De veiligheidsgordels voor de zitplaatsen achterin kunnen alleen goed
■
functioneren als de achterbankrugleuning correct is vergrendeld
97.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor het onderhoud van de veiligheidsgordels
De gordelband moet schoon worden gehouden. Een vervuilde veiligheids-
■
gordel kan de werking van de veiligheidsgordel negatief beïnvloeden
gina
198.
De veiligheidsgordels mogen niet worden uitgebouwd en op geen enkele
■
manier worden gewijzigd. Nooit proberen om de veiligheidsgordels zelf te
repareren.
De staat van de veiligheidsgordels regelmatig controleren. Als beschadi-
■
gingen van de veiligheidsgordel, de gordelverbindingen, de gordeloprolau-
tomaat of het slot worden vastgesteld, moet de betreffende veiligheids-
gordel door een specialist worden vervangen.
Veiligheidsgordels die tijdens een ongeval worden belast en daardoor uit-
■
gerekt worden, moeten worden vervangen - bij voorkeur door een specia-
list. Tevens moeten de verankeringen van de veiligheidsgordels worden ge-
controleerd.
Let op
Bij het gebruik van de veiligheidsgordels de nationale wettelijke bepalingen in
acht nemen.
» pagina
» pa-
13
Veiligheidsgordels