Climatronic (automatische airconditioning)
Afbeelding 126 Bedieningselementen van de Climatronic
Lees en bekijk eerst
en
De Climatronic in de automatische regeling zorgt voor de optimale instelling
van de temperatuur van de uitstromende lucht, de aanjagerstand en de lucht-
verdeling.
Het systeem houdt ook met sterke zonnestralen rekening, zodat het niet no-
dig is het systeem met de hand bij te stellen.
Afzonderlijke functies kunnen door het draaien van de draaiknop of indrukken
van de betreffende toets worden ingesteld resp. ingeschakeld. Bij ingescha-
kelde functie brandt onder de toets het controlelampje.
Functies van de afzonderlijke bedieningselementen
Temperatuur voor de linkerzijde resp. voor beide zijden instellen
A
›
Temperatuur verlagen
›
Temperatuur verhogen
Interieurtemperatuursensor
B
Aanjagertoerental instellen (naar links draaien: Aanjagertoerental verla-
C
gen, naar rechts draaien: Aanjagertoerental verhogen)
Instelling van de temperatuur voor de rechterzijde
D
›
Temperatuur verlagen
›
Temperatuur verhogen
Weergave van de ingestelde temperatuur voor de linkerzijde
E
Weergave van de ingestelde temperatuur voor de rechterzijde
F
126
Bediening
op bladzijde 122.
» Afbeelding 126
Afhankelijk van de uitrusting:
G
›
Extra verwarming (interieurvoorverwarming) in- en uitschakelen
gina 129
›
Climatronic uitschakelen
Stoelverwarming van de linker voorstoel bedienen
Luchtstroom naar de ruiten
Luchtstroom naar het bovenlichaam
Luchtstroom naar de voetenruimte
Circulatiefunctie in-/uitschakelen
Stoelverwarming van de rechter voorstoel bedienen
Intensieve voorruitverwarming in-/uitschakelen
Achterruitverwarming in-/uitschakelen
Voorruitverwarming in-/uitschakelen
Climatronic in het infotainment instellen
Temperatuurinstelling in de Dual-functie in-/uitschakelen
Automatische regeling inschakelen
Koelfunctie in-/uitschakelen
Na het uitschakelen van de koelfunctie blijft alleen de ventilatiefunctie actief,
waardoor geen lagere temperatuur dan de buitentemperatuur kan worden be-
reikt.
Temperatuur instellen
De temperatuur in het interieur kan voor de linker- en rechterzijde van de wa-
gen tegelijkertijd of apart worden ingesteld.
De temperatuur voor beide zijden wordt door het draaien aan de draaiknop
» Afbeelding 126
ingesteld (het controlelampje in de toets brandt niet).
A
De temperatuur voor de rechterzijde wordt door het draaien aan de draaiknop
ingesteld (het controlelampje in de toets brandt).
D
De temperatuur voor de linkerzijde wordt door het draaien aan de draaiknop
ingesteld (het controlelampje in de toets brandt).
A
De temperatuur in het interieur kan tussen +16 °C en +29,5 °C worden inge-
steld. In dit gebied wordt de interieurtemperatuur automatisch geregeld.
Als een lagere temperatuur dan +16 °C wordt gekozen, gaat in de betreffende
temperatuurweergave branden.
Als een hogere temperatuur dan +29,5 °C wordt gekozen, gaat in de betreffen-
de temperatuurweergave branden.
»
» pagina 95
» pagina 123
» pagina 95
» pagina 85
» pagina 85
»
Instructieboekje infotainment
» pa-