Bandenspanning
Afbeelding 192 Sticker met een tabel met de bandenmaten en -spannin-
gen / banden oppompen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 215.
De bandenspanning moet altijd aan de belading worden aangepast. De voor-
geschreven bandenspanningswaarden staan op de sticker
192.
Sticker met voorgeschreven bandenspanningen
Plaats van de sticker
A
Bandenspanning voor halve belading
B
Bandenspanning voor verhoogd rijcomfort bij halve belading
C
Bandenspanning voor volle belading
D
Als gevolg van de bandenspanningsaanpassing naar de waarde
hoogd rijcomfort kan het brandstofverbruik iets stijgen.
Bandenspanning controleren
De bandenspanning, inclusief die van het reservewiel, minstens eenmaal per
maand en voor elke grote rit controleren.
De bandenspanning altijd controleren als de banden koud zijn. De verhoogde
bandenspanning bij warme banden zo mogelijk niet verminderen.
Bij wagens met bandenspanningscontrole moeten bij elke bandenspannings-
wijziging de bandenspanningswaarden worden opgeslagen
216
Raadgevingen voor het gebruik
» Afbeelding
A
» Afbeelding 192
voor ver-
C
» pagina
177.
ATTENTIE
Voor de juiste bandenspanningen is altijd de bestuurder verantwoordelijk.
■
Een te lage of te hoge bandenspanning beïnvloedt het rijgedrag.
■
Bij een te lage bandenspanning moeten de banden een hogere rolweer-
■
stand overwinnen. Hierdoor loopt bij hogere snelheden de temperatuur van
de band sterk op. Dit kan leiden tot het loslaten van het loopvlak en tot een
klapband.
Bij zeer snel bandenspanningsverlies, bijvoorbeeld bij een plotseling
■
schade aan een band, moet er worden geprobeerd om de wagen voorzich-
tig en zonder heftige stuurbewegingen en zonder sterk remmen tot stil-
stand te brengen.
Milieu-aanwijzing
Een te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik.
Let op
In enkele landen hebben de wagens een sticker zonder pictogrammen.
Bandenslijtage
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 215.
De bandenslijtage is afhankelijk van de juiste bandenspanning, van de rijstijl
en andere factoren.
Het opvolgen van de volgende aanwijzingen kan de bandenslijtage beïnvloe-
den.
Rijstijl
Snel bochtenwerk, snel accelereren en sterk afremmen verhogen de banden-
slijtage.
Balanceren
De wielen van een nieuwe wagen zijn gebalanceerd. Tijdens het rijden kan
echter door verschillende invloeden een onbalans ontstaan. Dit is dan merk-
baar aan een "onrust" in het stuurwiel. In dit geval de wielen door een specia-
list laten balanceren.
Na het vervangen van banden of een bandenreparatie moeten de wielen
eveneens worden gebalanceerd.