ATTENTIE (vervolg)
Als een waarschuwing resp. een systeemingreep zonder reden plaats-
■
vond.
Indien de wagen bijvoorbeeld wordt vervoerd op een oplegger, een veer-
■
boot of dergelijke.
Meldingen
Lees en bekijk eerst
en
De meldingen worden op het display van het instrumentenpaneel weergege-
ven.
Front Assist: geen sensorzicht.
De sensor is vervuild of afgedekt.
Stoppen, de motor afzetten, de sensor reinigen resp. het afdekkende voor-
werp verwijderen
» Afbeelding 154
Indien de melding opnieuw verschijnt na het starten van de motor, moet het
systeem worden gedeactiveerd
» pagina
pen.
Front Assist niet beschikbaar.
Het systeem is om een onbekende reden niet beschikbaar.
Stoppen, de motor afzetten en weer starten.
Indien de melding opnieuw verschijnt na het starten van de motor, moet het
systeem worden gedeactiveerd
» pagina
pen.
Start-stopsysteem
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Werkingsvoorwaarden van het systeem
Werking bij wagens met schakelbak
Werking bij wagens met automatische versnellingsbak
Door systeem bepaald automatisch starten van de motor
Systeem handmatig deactiveren/activeren
Meldingen
op bladzijde 164.
op pagina 165.
166. De hulp van een specialist inroe-
166. De hulp van een specialist inroe-
Het start-stopsysteem (hierna alleen nog systeem genoemd) bespaart brand-
stof en vermindert milieuschadelijke emissies en de CO
voorbeeld bij het stoppen voor een verkeerslicht de motor wordt afgezet en bij
het wegrijden weer wordt gestart.
ATTENTIE
De wagen nooit met afgezette motor laten rollen.
■
Bij afgezette motor werken de rembekrachtiger en de stuurbekrachtiging
■
niet.
Werkingsvoorwaarden van het systeem
Lees en bekijk eerst
Voor het door het systeem bepaald automatisch afzetten van de motor, moet
er aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
Het bestuurdersportier is gesloten.
De bestuurder heeft de veiligheidsgordel omgegespt.
De motorkap is gesloten.
De snelheid was na de laatste keer stoppen hoger dan 4 km/h.
Er is geen aanhangwagen aangekoppeld.
Enkele andere voorwaarden voor de systeemfunctie kan de bestuurder niet
beïnvloeden en ook niet herkennen. Daarom kan het systeem in situaties, die
voor de bestuurder identiek zijn, verschillend reageren.
167
Als na het stoppen van de wagen het controlesymbool
168
het display verschijnt, dan is niet aan de voorwaarden voor de automatische
168
motoruitschakeling voldaan.
169
169
169
-uitstoot, doordat bij-
2
Afbeelding 156
Motor is automatisch afgezet /
automatisch afzetten van motor
is niet mogelijk
op bladzijde 167.
» Afbeelding 156
Hulpsystemen
op
167