Inhoudsopgave
Advertenties
Op het display in het instrumentenpaneel wordt de volgende melding weerge-
geven.
Oliedruk: stop! Instructieboekje!
OLIEDRUK MOTOR UIT
›
Stoppen, de motor afzetten en het motoroliepeil controleren
Oliepeil controleren.
›
Bij een te laag oliepeil moet er motorolie worden bijgevuld
Als het oliepeil in het voorgeschreven bereik ligt en het controlesymbool na
het starten van de motor opnieuw knippert,
zetten en de hulp van een specialist inroepen.
VOORZICHTIG
Als onder de gegeven omstandigheden het bijvullen van motorolie niet moge-
lijk is,
niet verder rijden! De motor afzetten en de hulp van een specialist
inroepen.
Motoroliedruk
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 44.
Motoroliepeil te laag
Bij een brandend controlesymbool en
Op het display in het instrumentenpaneel wordt de volgende melding weerge-
geven.
Oliepeil: olie bijvullen!
OLIE BIJVULLEN
›
Stoppen, de motor afzetten en het motoroliepeil controleren
Als de motorkap langer dan 30 seconden geopend blijft, gaat het controlesym-
bool uit. Als er geen motorolie wordt bijgevuld, gaat het controlesymbool na
circa 100 km weer branden.
Motoroliepeil te hoog
Bij een brandend controlesymbool en , in combinatie met de volgende
aanwijzing op het display, is het motoroliepeil te hoog.
Oliepeil verlagen!
OLIEPEIL TE HOOG
›
Stoppen, de motor afzetten en het motoroliepeil controleren
46
Bediening
» pagina
208,
» pagina
208.
niet verder rijden! De motor af-
is het motoroliepeil te laag.
» pagina
208.
» pagina
208.
Motoroliepeilsensor
Bij een brandend controlesymbool en , in combinatie met de volgende
aanwijzing op het display, is de motoroliepeilsensor defect.
Oliesensor: werkplaats!
OLIESENSOR WERKPLAATS
De hulp van een specialist inroepen.
VOORZICHTIG
Als onder de gegeven omstandigheden het bijvullen van motorolie niet moge-
lijk is,
niet verder rijden! De motor afzetten en de hulp van een specialist in-
roepen.
Defecte lamp
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 44.
Het controlesymbool gaat bij een defecte gloeilamp branden.
Op het display in het instrumentenpaneel wordt bijvoorbeeld de volgende mel-
ding weergegeven.
Dimlicht rechts controleren!
DIMLICHT RECHTS CONTROLEREN
Roetfilter (dieselmotor)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 44.
Het roetfilter filtert de roetdeeltjes uit het uitlaatgas. De roetdeeltjes worden
in het roetfilter verzameld en worden daar regelmatig verbrand.
Als het controlesymbool brandt, is het roetfilter met roet verstopt.
Om het filter te reinigen moet, indien de verkeerssituatie dit toelaat
durende minstens 15 minuten of tot het uitgaan van het controlesymbool
als volgt worden gereden.
4. of 5e versnelling ingeschakeld (automatische versnellingsbak: stand D/
S).
Rijsnelheid minimaal 70 km/h.
Motortoerental tussen 1.800-2.500 1/min.
Als het filter succesvol is gereinigd, dooft het controlesymbool .
»
, ge-
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
