Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

In kritische rijsituaties (bijvoorbeeld bij een noodstop of een plotselinge veran-
dering van rijrichting) kunnen de volgende maatregelen afzonderlijk of tegelij-
kertijd plaatsvinden om het risico van ernstig letsel te verminderen.
De omgegespte veiligheidsgordels voor bijrijder en bestuurder worden auto-
matisch dicht over het lichaam gespannen.
De portierruiten in de voorportieren (als deze geopend waren) worden auto-
matisch tot op een spleet van circa 5 cm van de rand gesloten.
Het schuif-kanteldak wordt gesloten.
Zodra de kritische rijsituatie voorbij is, worden de veiligheidsgordels weer ont-
spannen.
Het systeem heeft twee beschermingsniveaus.
Het eerste beschermingsniveau
Het systeem grijpt reeds in situaties die bij een dynamische rijstijl kunnen op-
treden. Hierbij helpt het de bestuurder en de bijrijder in de juiste zitpositie te
houden.
Het eerste beschermingsniveau kan door een van de volgende maatregelen
worden gedeactiveerd.
Systeemdeactivering in het infotainment
hoofdstuk Wageninstellingen (toets CAR).
Deactivering van de ASR
» pagina
Selecteren van de rijmodus Sport
Na het uitschakelen en opnieuw inschakelen van het contact worden beide
beschermingsniveaus van het systeem geactiveerd, tenzij de rijmodus Sport is
gekozen.
Het tweede beschermingsniveau
Het systeem grijpt pas in als de situatie als kritiek wordt beoordeeld, bijvoor-
beeld een noodstop bij hoge snelheid.
Dit beschermingsniveau kan niet worden gedeactiveerd.
Let op
Bij buiten werking gestelde bijrijdersvoorairbag
spannerfunctie voor de bijrijdersstoel te worden uitgeschakeld.
172
Rijden
»
Instructieboekje infotainment,
147.
» pagina
169.
» pagina 22
dient de gordel-

Lane Assistant

Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Werking
Activeren/deactiveren
Meldingen
De Lane Assist (hierna systeem) helpt de wagen op de rijstrook te houden.
Het systeem herkent met behulp van de camera de begrenzingslijnen van de
rijstrook
» Afbeelding
159.
Indien de wagen een herkende begrenzingslijn nadert, voert het systeem een
lichte stuurbeweging uit in tegengestelde richting van de begrenzingslijn. De-
ze corrigerende stuuringreep kan op elk moment worden overruled.
ATTENTIE
Het systeem dient alleen als ondersteuning en ontslaat de bestuurder
niet van de verantwoording voor het bedienen van de wagen.
Het systeem kan de wagen binnen de rijstrook houden, maar neemt niet
de besturing van de wagen over. De bestuurder is steeds volledig verant-
woordelijk voor de stuurbewegingen.
Enkele voorwerpen op de rijbaan kunnen onjuist als begrenzingslijn wor-
den herkend. Een onjuiste stuuringreep kan het gevolg zijn.
Afbeelding 159
Camerazichtvenster voor Lane
Assist
173
174
174

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave