Opbergvak achterin in de middenconsole
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 99.
Openen/sluiten
›
Aan het bovenste gedeelte van de uitsparing trekken en het vak in pijlrich-
ting openklappen
» Afbeelding
Het sluiten gebeurt in omgekeerde volgorde.
ATTENTIE
Het opbergvak is geen vervanging voor de asbak en mag ook niet als zoda-
nig worden gebruikt - brandgevaar!
230 volt stopcontact
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 99.
Het 230 volt stopcontact (hierna stopcontact) mag alleen voor de aansluiting
van vrijgegeven elektrische accessoires met een tweepins 230 volt stekker en
een totale vermogensafname van maximaal 150 watt worden gebruikt.
Het stopcontact bevindt zich achterin in de middenconsole.
Afbeelding 94
Opbergvak openen
94.
Afbeelding 95
230 volt stopcontact
Het stopcontact werkt alleen bij ingeschakeld contact.
Gebruik
›
De afdekking van het stopcontact in pijlrichting openen
›
De stekker van de elektrische verbruiker in het stopcontact steken.
Het stopcontact werkt alleen als het contact is ingeschakeld
Bij het aanbrengen van de stekker van de elektrische verbruiker in het stop-
contact wordt de kinderbeveiliging ontgrendeld en het stopcontact geacti-
veerd.
Controlelampje
›
Continu groen branden: Het stopcontact is actief.
›
Rood knipperen: Het stopcontact is tijdelijk niet actief.
Het stopcontact wordt automatisch gedeactiveerd als de stroomsterkte en
temperatuur te hoog of de ladingstoestand van de accu te gering is.
Als de oorzaken van de deactivering niet meer aanwezig zijn, wordt het stop-
contact automatisch geactiveerd. Aangesloten ingeschakelde apparaten wor-
den dan weer ingeschakeld
»
.
ATTENTIE
Het stopcontact mag alleen voor de aansluiting van vrijgegeven elektri-
■
sche accessoires met een tweepins 230 volt stekker en een totale vermo-
gensafname van maximaal 150 watt worden gebruikt.
Onjuist gebruik kan zware verwondingen resp. brand veroorzaken. Daar-
■
om bij het verlaten van de wagen nooit personen, die niet volledig zelfstan-
dig zijn, bijvoorbeeld kinderen, zonder toezicht in de wagen achterlaten.
Alle aangesloten apparaten moeten tijdens het rijden veilig worden opge-
■
borgen, zodat deze bij een plotselinge remmanoeuvre of een ongeval niet
door het interieur kunnen slingeren - levensgevaar!
Geen vloeistoffen over de stopcontacten morsen – levensgevaar! Als
■
vocht in het stopcontact komt, moet het volledige stopcontact droog zijn
voordat dit weer kan worden gebruikt.
De aangesloten apparaten kunnen tijdens de werking warm worden – ge-
■
vaar voor verwondingen resp. brand!
De kinderbeveiliging van het stopcontact wordt ontgrendeld bij het ge-
■
bruik van adapters en verlengkabels die onder spanning staan - gevaar
voor verwondingen!
Geen geleidende voorwerpen, bijvoorbeeld breinaalden, in de contacten
■
van het stopcontact steken – levensgevaar!
» Afbeelding
»
.
Vervoeren en praktische uitrusting
95.
107