Indien dit noodreservewiel wordt gebruikt, dient op het volgende te worden
gelet.
›
Na de montage van het wiel mag de waarschuwingssticker niet zijn afge-
dekt.
›
Tijdens het rijden bijzonder voorzichtig zijn.
›
Het noodreservewiel wordt met de maximumbandenspanning voor de wa-
gen opgepompt
» pagina
216.
›
De voorgeschreven bandenspanning van het noodreservewiel R 18 bedraagt
420 kPa.
›
Dit noodreservewiel alleen gebruiken tot aan de dichtstbijzijnde specialist,
omdat dit wiel niet bestemd is voor continu gebruik.
ATTENTIE
Nooit met meer dan één gemonteerd noodreservewiel rijden!
■
Het noodreservewiel dient slechts zo lang als nodig te worden gebruikt.
■
Volgas accelereren, sterk remmen en het snel nemen van bochten vermij-
■
den.
De sneeuwkettingen kunnen niet op het noodreservewiel worden ge-
■
bruikt.
De aanwijzingen op de waarschuwingssticker van het noodreservewiel in
■
acht nemen.
Wiel verwisselen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Voorbereidende werkzaamheden
Wieldop
Afdekkappen van de wielbouten
Wiel verwisselen
Werkzaamheden naderhand
Wielbouten losdraaien en vastzetten
Wagen opkrikken
Antidiefstalwielbouten
Voor de eigen veiligheid en de veiligheid van de passagiers moeten vóór het
wisselen van een wiel langs de weg de volgende aanwijzingen in acht worden
genomen.
De alarmlichten inschakelen.
De gevarendriehoek moet op de voorgeschreven afstand worden ge-
plaatst - daarbij moeten de nationale wettelijke bepalingen in acht worden
genomen.
De wagen zo ver mogelijk van het rijdende verkeer parkeren.
Een plaats met een vlakke en vaste ondergrond kiezen.
Alle passagiers laten uitstappen. Tijdens het repareren van de band mo-
gen de passagiers niet op de weg staan (bij voorkeur achter de vangrail).
Als de wagen naderhand met andere dan de af fabriek gemonteerde banden
of velgen wordt uitgerust, moeten de aanwijzingen in acht worden geno-
men
» pagina
218, Toelichting van het bandopschrift.
Bij het verwisselen van een wiel moeten de wettelijke voorschriften worden
opgevolgd.
Voorbereidende werkzaamheden
Vóór het wisselen van een wiel moeten de volgende werkzaamheden worden
uitgevoerd.
›
De motor afzetten.
›
De 1e versnelling inschakelen resp. de keuzehendel van de automatische
versnellingsbak in de P-stand plaatsen.
›
De handrem stevig aantrekken.
›
Indien een aanhangwagen is aangekoppeld, dan deze afkoppelen.
›
225
Het wagengereedschap
225
wiel
» pagina 224
uit de bagageruimte nemen.
226
Wieldop
226
226
Vóór het uitbouwen van de wielbouten moet de wieldop worden verwijderd.
227
Lostrekken
228
›
De beugel uit het wagengereedschap
229
sterkte rand van de wieldop.
›
De wielsleutel door de beugel schuiven, de wielsleutel op de band laten rus-
ten en de wieldop lostrekken.
» pagina 223
en het reserve- resp. noodreserve-
» pagina 223
vasthaken aan de ver-
Nooduitrusting en tips om het zelf te doen
225