Het controlelampje in de radiografische afstandsbediening geeft de gebrui-
ker na het drukken op een toets verschillende soorten feedback:
Weergave controlelampje
» Af-
B
beelding 128
Brandt circa 2 seconden groen.
Brandt circa 2 seconden rood.
Knippert circa 2 seconden langzaam
groen.
Knippert circa 2 seconden snel groen.
Knippert circa 2 seconden rood.
Knippert circa 2 seconden oranje,
daarna groen resp. rood.
Brandt circa 2 seconden oranje, knip-
pert daarna groen resp. rood.
Knippert circa 5 seconden oranje.
De batterij vervangen
» pagina
237.
VOORZICHTIG
De radiografische afstandsbediening bevat elektronische componenten. Be-
scherm de afstandsbediening daarom tegen vocht, sterke schokken en direct
zonlicht.
1)
De applicaties ondersteunen communicatieapparaten met het besturingssysteem Android versie 4.0.x
en hoger alsmede iOS 7.x.x. en hoger.
130
Bediening
Betekenis
De extra verwarming is ingeschakeld.
De extra verwarming is uitgeschakeld.
Het inschakelsignaal is niet ontvan-
gen.
De extra verwarming is geblokkeerd,
bijvoorbeeld omdat de brandstoftank
bijna leeg is of de extra verwarming
een storing heeft.
Het uitschakelsignaal is niet ontvan-
gen.
De batterij is zwak, het in- resp. uit-
schakelsignaal is echter wel ontvan-
gen.
De batterij is zwak, het in- resp. uit-
schakelsignaal is niet ontvangen.
De batterij is leeg, het in- resp. uit-
schakelsignaal is niet ontvangen.
Communicatie
SmartGate
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Verbinding met SmartGate
SmartGate-website
Wachtwoordbeheer
SmartGate is een systeem dat wagengegevens via Wi-Fi verstuurt.
De op een aangesloten communicatieapparaat (bv. telefoon, tablet, notebook)
geïnstalleerde ŠKODA-applicaties
gevens verder te bewerken.
Beschikbare applicaties en nadere informatie staan op de ŠKODA-website.
ATTENTIE
De nationale wettelijke voorschriften voor het gebruik van mobiele com-
■
municatieapparaten in de wagen in acht nemen.
Het aan te sluiten apparaat resp. de houder hiervoor mag niet op de af-
■
dekkingen van de airbags of nabij het werkingsgebied van de airbags wor-
den bevestigd.
Het aangesloten apparaat nooit in het werkingsgebied van een airbag, op
■
een stoel, het dashboard of op een andere plek laten liggen van waaruit dit
bij een plotselinge remmanoeuvre, een wisseling van rijrichting, een onge-
val of een aanrijding kan worden weggeslingerd - gevaar voor verwondin-
gen!
Let op
Het Wi-Fi-bereik is beperkt tot het interieur.
bieden de mogelijkheid om ontvangen ge-
1)
131
131
132