Werking
Afbeelding 142 Inbouwplaats van de camera / bewaakt gebied
Lees en bekijk eerst
en
Bewaakt gebied
» Afbeelding 142
Registratiegebied van de camera.
A
Vlakken buiten het registratiegebied van de camera.
B
Het gebied achter de wagen wordt weergegeven, wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan.
Het contact is ingeschakeld.
De achteruitversnelling is ingeschakeld.
De achterklep is volledig gesloten.
De rijsnelheid is niet hoger dan 10 km/h.
Let op
De displayweergave kan door het bedienen van de symbooltoets
■
beelding 138
op pagina 149 worden afgebroken.
Na het uit de achteruitversnelling schakelen vindt een automatische display-
■
weergave van de parkeerhulp plaats (variant 2, 3)
1)
Het gebied achter de wagen kan nog enkele seconden na het uit de achteruitversnelling schakelen wor-
den weergegeven.
152
Rijden
op bladzijde 151.
1)
» pagina
149.
Oriënteringslijnen en functietoetsen
Afbeelding 143 Infotainmentdisplay: Oriënteringslijnen / functietoetsen
Lees en bekijk eerst
Op het display worden samen met het bewaakte gebied achter de wagen ook
oriënteringslijnen weergegeven.
Afstand van de oriënteringslijnen achter de wagen
De afstand bedraagt circa 40 cm (veiligheidsafstandsgrens).
A
De afstand bedraagt circa 100 cm.
B
De afstand bedraagt circa 200 cm.
C
De afstand tussen de oriënteringslijnen aan de zijkant komt overeen met de
wagenbreedte incl. de buitenspiegels.
Functietoetsen
» Afbeelding 143
Uitschakelen van de weergave van het gebied achter de wagen.
» Af-
Beeldscherminstelling - Helderheid, contrast, kleur.
Uit-/inschakelen van de akoestische signalen van de parkeerhulp.
Uit-/inschakelen van de verkleinde parkeerhulpweergave.
Wisselen naar de parkeerhulpweergave.
en
op bladzijde 151.
» Afbeelding 143