Batterij in sleutel ontladen
Als de batterij leeg is, knippert na het indrukken van een toets op de sleutel
het rode controlelampje
» Afbeelding 34
B
Als de spanning in de batterij van de sleutel te laag is, wordt op het display van
het instrumentenpaneel de volgende melding weergegeven.
Batterij van sleutel vervangen!
SLEUTEL BATTERIJ VERVANGEN
De batterij vervangen
» pagina
236.
Alarmsysteem
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Inschakelen/uitschakelen
Interieurbewaking en afsleepalarm
Het alarmsysteem verhoogt de beveiliging tegen diefstal- en inbraakpogingen
in de wagen.
Het systeem geeft akoestische en optische waarschuwingssignalen bij een po-
ging tot inbraak of diefstal in de wagen (hierna alarm).
Activering van een alarm
Het alarm wordt geactiveerd, indien bij een vergrendelde wagen de volgende
onbevoegde handelingen worden verricht.
›
Openen van de motorkap.
›
Openen van de achterklep.
›
Openen van de portieren.
›
Manipulatie van het contactslot.
›
Afslepen van de wagen
» pagina
›
Beweging in de wagen
» pagina
›
Plotselinge en duidelijke spanningsdaling van de elektrische installatie.
›
Afkoppelen van de aanhangwagen
afkoppelen.
Indien bij een wagen met afstandsbediening het bestuurdersportier via de
slotcilinder wordt ontgrendeld en geopend, wordt het alarmsysteem geacti-
veerd.
op pagina 59 niet.
64.
64.
» pagina
184, Aanhangwagen aan- en
Alarm uitschakelen
Het alarm wordt uitgeschakeld door toets op de sleutel in te drukken of door
het contact in te schakelen.
VOORZICHTIG
Om een correcte werking van het alarmsysteem te waarborgen, moet voor het
verlaten van de wagen worden gecontroleerd of alle portieren, alle ruiten en
het schuif-kanteldak zijn gesloten.
Let op
De levensduur van de batterij van de alarmsirene bedraagt 5 jaar.
Inschakelen/uitschakelen
Lees en bekijk eerst
Inschakelen
63
Het alarmsysteem wordt circa 30 seconden na het vergrendelen van de wagen
64
automatisch ingeschakeld.
Als u de wagen ontgrendelt en daarna binnen 45 seconden geen portier of de
achterklep opent, wordt de wagen automatisch vergrendeld en wordt de safe-
beveiliging resp. het alarmsysteem weer ingeschakeld. Hierdoor wordt het on-
gewild ontgrendelen van de wagen voorkomen.
Uitschakelen
Het alarmsysteem wordt na het ontgrendelen van de wagen automatisch uit-
geschakeld. Als de wagen niet binnen 45 seconden wordt geopend, wordt het
alarmsysteem automatisch weer ingeschakeld.
Het alarmsysteem wordt ook uitgeschakeld als de wagen binnen 45 seconden
na het vergrendelen met de sleutel in het bestuurdersportier wordt ontgren-
deld.
op bladzijde 63.
Ontgrendelen en openen
63