Directe opname en gemengde opname • Opnemen op een track
13
Als u de signaalniveaus wilt afluisteren die
van bus1/bus2 naar de tracks in de modus
klaar-voor-opname worden verzonden,
drukt u eerst op de [METER]-toets en
vervolgens op de [F3]-toets.
Hierdoor roept u de Master-pagina van het METER-
scherm op, met visuele weergave van het
uitgangsniveau van bus1 en bus2.
Uitgangsniveau van bus1 en bus2.
6
Laten we, nu dat de nodige voorbereidingen zijn afgerond, eens op een track opnemen.
1
Roep de View-pagina van het TRACK-
scherm op door het vereiste aantal keren
op de [TRACK]-toets in de Work Navigate-
sectie te drukken, of door eerst op de
[TRACK]-toets en vervolgens op [F1] te
drukken.
U kunt deze pagina gebruiken om te controleren welke
tracks opgenomen data bevatten. Ook kunt u op deze
pagina desgewenst metronoominstellingen opgeven
(zie pagina 62 voor instructies over het gebruik van de
metronoom).
56
AW2400 Gebruikershandleiding
Opnemen op een track
Trackweergave
14
Verplaats de cursor naar de POST FADER-
knop en druk op de [ENTER]-toets.
De postfadersignaalniveaus worden weergegeven.
Als de signaalniveaus op de meters 'OVER' bereiken,
drukt u op de [MASTER]-toets in de Layer-sectie
zodat het lampje gaat branden en u de MASTER-
menglayer kunt selecteren. Vervolgens gebruikt u
fader 1 (bus1) en fader 2 (bus2) om de totaalniveaus
voor bus1 en bus2 aan te passen.
OPMERKING
• Als u de RECORD-displaypagina verlaat nadat u het instellen
van koppelingen hebt afgerond, gaan al uw
koppelingsinstellingen verloren (er verschijnt een
bevestigingsvenster voordat dit gebeurt). Vergeet dus niet op
dezelfde RECORD-pagina te blijven tot de opname is
voltooid.
2
Druk op de RTZ-toets in de Transport-sectie
[
] om terug te keren naar het begin van
de song.
3
Houd de REC-toets in de Transport-sectie
[G] ingedrukt en druk op de PLAY-toets
[
] op de opname te starten.
De opname wordt gestart op de track die als
opnamebestemming is ingesteld. In de trackweergave
in het scherm gaat de verticale lijn die de huidige
locatie aangeeft naar rechts verder.
OPMERKING
• De opname wordt niet gestart als geen enkele track in de
modus klaar-voor-opname staat.
4
Wanneer u de opname wilt stoppen, drukt u
op de STOP-toets [I].
De opgenomen audiodata worden als een balkgrafiek
weergegeven in de trackweergave.
Het lampje van de [UNDO/REDO]-toets in de data-
invoer-/regelsectie licht op. Dit geeft aan dat u op de
[UNDO/REDO]-toets kunt drukken om de Undo-
functie uit te voeren.
5
Als u de opname vanaf het begin wilt
beluisteren, drukt u op de RTZ-toets [
om terug te keren naar de nulstand van de
displayteller en drukt u op de PLAY-toets
[
].
]