Ingangssignaalrouting
Op dezelfde manier worden de ingangskanalen 9-16
verbonden met de tracks 1-8 als u de ingangskanalen
9-16 opgeeft als opnamebron. Als u een van de tracks
9-16 (of 17-24) opgeeft als opnamebestemming,
worden de opgegeven ingangskanalen verbonden met
de tracks 9-16 (of 17-24).
Routing voor gemengde opname
Dit gedeelte legt uit hoe u routing toepast bij het gebruik
van de gemengde-opnamemethode.
1
Roep de Mixed-pagina van het RECORD-
scherm op door het vereiste aantal keren
op de [RECORD]-toets in de Quick
Navigate-sectie te drukken, of door eerst op
de [RECORD]-toets en vervolgens op [F2]
te drukken.
Via de Mixed-pagina van het RECORD-scherm
kunt u de signalen van de ingangskanalen via twee
stereobussen (bus1 en bus2) verzenden naar maximaal
vier tracks die u opgeeft.
Deze pagina bevat de volgende items.
11
A
B
C
D
1 Ingangsselectie
Hier kunt u de ingangen selecteren die worden
gerouteerd naar de ingangskanalen 1-8 of 9-16.
U kunt kiezen uit dezelfde ingangen als op de Direct-
pagina van het RECORD-scherm.
B Ingangskanalen
Dit gebied geeft de verbindingsstatus van de
ingangskanalen 1-16 aan.
C Tracks
Dit gebied geeft de verbindingsstatus van de tracks
1-24 aan.
U kunt het dempen van een track in-/uitschakelen door
de cursor naar het tracknummer te verplaatsen en op
de [ENTER]-toets te drukken.
D REMAIN
Geeft de overgebleven opnametijd aan.
E DIGITAL IN
Hier kunt u de [DIGITAL STEREO IN]-aansluiting
toewijzen aan een ingangskanaal. U kunt kiezen uit
dezelfde items en handelingen als op de Direct-pagina
van het RECORD-scherm.
102
AW2400 Gebruikershandleiding
E
F
G
H
F Bus1 en bus2
Deze vier lijnen geven de bus1 L/R- en bus2 L/R-
signaalroutes aan. Hier ziet u de ingangskanalen voor
de opnamebron waarvan de signalen naar bus1/bus2
worden verzonden, en de tracks voor de opname-
bestemming waarnaar de bus1/bus2-signalen worden
verzonden.
G MUTE CLEAR-knop
Druk op deze knop om de Mute-status van alle tracks
op te heffen.
In sommige gevallen kan het dempen echter niet voor
alle tracks worden opgeheven. Dit is afhankelijk van
de bitdiepte van de song en het aantal tracks dat voor
opname is geactiveerd. In dat geval worden de tracks
achter elkaar gedempt, te beginnen met de track met
het laatste nummer.
H SAFE-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de
[ENTER]-toets drukt, worden alle ingangs- en
trackkanaaltoewijzingen geannuleerd. Hiermee wordt
ook de MUTE CLEAR-handeling (
TIP
• Het drukken op de [F1]-toets terwijl u de [SHIFT]-toets in de
displaysectie ingedrukt houdt, heeft hetzelfde effect als het
drukken op de SAFE-knop.
2
Verplaats de cursor naar het
ingangsselectiegebied, en gebruik de
[DATA/JOG]-draaiknop of de [INC]/[DEC]-
toetsen om een ingang te selecteren die u
naar een ingangskanaal wilt routeren.
3
Verplaats de cursor naar het symbool
voor het gewenste ingangskanaal voor de
opnamebron en druk op de [ENTER]-toets.
Het symbool wordt gemarkeerd en het overeen-
komstige ingangskanaal wordt verbonden met bus1.
4
Druk herhaaldelijk op de [ENTER]-toets
op de cursorlocatie uit stap 3 om de zend-
bestemming te selecteren voor het signaal
van het desbetreffende ingangskanaal.
Elke keer dat u op de [ENTER]-toets drukt, verandert
het scherm als volgt.
A
Uit
B
Bus1 L/R
Aan
C
Bus1 L
Aan
D
Bus1 R
Aan
G ) uitgevoerd.
E
Bus2 L/R
Aan
F
Bus2 L
Aan
G
Bus2 R
Aan
A
Naar