Directe opname en gemengde opname
Ingangssignalen aan tracks
toewijzen (Gemengde opname)
Voer de volgende procedure uit om de koppelingen zo in
te stellen dat u de signalen van meerdere instrumenten/
microfoons die zijn aangesloten op de [MIC/LINE
INPUT]-aansluitingen 1-8, kunt mengen en opnemen op
een of meer tracks.
TIP
• Zie pagina 102 voor meer details over het toewijzen van signalen
voor gemengde opname.
6
1
Verlaag de [STEREO]-fader naar de –
positie.
2
Volg de procedure in 'Aansluitingen en
opstellingen' op pagina 37 om uw
instrumenten en/of microfoons aan te
sluiten en het ingangsniveau in te stellen.
3
Roep de Mixed-pagina van het RECORD-
scherm op door het vereiste aantal keren
op de [RECORD]-toets in de Quick
Navigate-sectie te drukken, of door eerst op
de [RECORD]-toets en vervolgens op [F2]
te drukken.
Via de Mixed-pagina van het RECORD-scherm kunt u
meerdere ingangskanalen koppelen aan een van beide
stereobussen (bus1 en bus2) van de AW2400, zodat u
gemengde signalen kunt toewijzen aan maximaal vier
tracks.
Ingangskanalen
Ingangsselectie
Tracks
4
Controleer of 'AD1-8' in het ingangs-
selectieveld aan de linkerkant van de
pagina verschijnt. Als een andere ingangs-
bron is geselecteerd, verplaatst u de cursor
naar het ingangsselectieveld, en gebruikt
u de [DATA/JOG]-draaiknop of de [INC]/
[DEC]-toetsen om 'AD1-8' te selecteren.
54
AW2400 Gebruikershandleiding
5
Druk op de [INPUT SEL]-toets van het
ingangskanaal waarop uw instrument/
microfoon is aangesloten.
Het lampje van de geselecteerde
[INPUT SEL]-toets licht oranje op
en het overeenkomstige ingangs-
kanaal wordt geselecteerd voor
bewerking.
Het symbool
komstige ingangskanaal wordt
gemarkeerd in het scherm en er ver-
schijnt een lijn om aan te geven dat
dit kanaal is aangesloten op de bus.
∞
6
Druk herhaaldelijk op dezelfde [INPUT
-
SEL]-toets om de bus te selecteren waar-
naar u het signaal van het desbetreffende
ingangskanaal wilt verzenden.
Elke keer dat u op de [INPUT SEL]-toets drukt,
verandert het scherm als volgt.
A
Uit
B
Bus1 L/R
Aan
C
Bus1 L
Aan
D
Bus1 R
Aan
TIP
• De ingangskanalen die aan bus1 of bus2 zijn gekoppeld,
worden automatisch losgekoppeld van de stereobus en hun
signaal wordt niet uitgevoerd via de [STEREO OUT]- of
[MONITOR OUT]-aansluitingen (de signalen die worden
opgenomen, kunnen worden afgeluisterd via het trackkanaal
dat wordt opgenomen).
• Wanneer een ingang wordt losgekoppeld van bus1 of bus2,
wordt de ingang automatisch opnieuw aan de stereobus
gekoppeld.
• U kunt ook op bus1/bus2 overschakelen door de cursor naar
het symbool
verplaatsen en op de [ENTER]-toets te drukken.
7
Gebruik indien nodig dezelfde procedure
om andere ingangskanalen als
opnamebron aan te geven.
OPMERKING
• Als u de [DIGITAL STEREO IN]-aansluiting als opnamebron
wilt selecteren, moet u via het DIGITAL IN-veld (1.2-15.16)
de [DIGITAL STEREO IN]-aansluiting toewijzen aan een
paar aangrenzende oneven/even genummerde tracks.
Zie pagina 102 voor details.
van het overeen-
E
Bus2 L/R
Aan
F
Bus2 L
Aan
G
Bus2 R
Aan
van het gewenste ingangskanaal te
A
Naar