De MIDI-kanalen die overeenkomen met de faders en
[ON]-toetsen worden als volgt weergegeven als de 1-12-
pagina en 13-16-pagina van het REMOTE-scherm zijn
geselecteerd.
I Als de 1-12-pagina wordt weergegeven.
Fader/[ON]-toets
1
MIDI-kanaal
1
I Als de 13-16-pagina wordt weergegeven.
Fader/[ON]-toets
1
MIDI-kanaal
13
Voor de 1-12-pagina van het REMOTE-scherm drukt u het
vereiste aantal keren op de [REMOTE]-toets in de Layer-
sectie, of drukt u eerst op de [REMOTE]-toets en
vervolgens op [F1].
A
C
D
Voor de 13-16-pagina van het REMOTE-scherm drukt u
het vereiste aantal keren op de [REMOTE]-toets in de
Layer-sectie, of drukt u eerst op de [REMOTE]-toets en
vervolgens op [F2] (het gebruik van de 13-16-pagina is
hetzelfde als bij de 1-12-pagina).
TIP
• De MIDI Remote-functie staat automatisch aan wanneer het
REMOTE-scherm wordt weergegeven. De kanaalfaders en [ON]-
toetsen voeren niet hun gebruikelijke functies uit, maar
functioneren zoals aangegeven door de preset die u hebt
geselecteerd in het REMOTE-scherm.
Deze pagina bevat de volgende items.
1 MODE-vak
Hier selecteert u een van de tien presets. Verplaats de
cursor naar een vak, en gebruik de [DATA/JOG]-
draaiknop of de [INC]/[DEC]-toetsen om de
overeenkomstige preset voor onmiddellijke MIDI-
berichttoewijzing te selecteren.
2
3
4
5
2
3
4
5
2
3
4
5
14
15
16
De AW2400 voorziet in de volgende presets.
G
G
G
G
B
Deze presets laten u de AW2400 gebruiken als een fysieke
besturing voor verscheidene softwaresequencers.
U moet de geschikte instellingenfile in uw
sequencersoftware installeren en de nodige instellingen
opgeven. Zie 'Over de CD-ROM die bij de AW2400 wordt
geleverd' (¡ p. 266) voor details.
G
Gebruik deze preset om het volume van een externe
toongenerator of de opnametracks van een externe
recorder te regelen.
G
Gebruik deze preset om het volume van een externe
toongenerator te regelen.
De MIDI Remote-functie gebruiken
6
7
8
9
6
7
8
9
6
7
8
9
N.v.t.
Cubase
Logic
Sonar
Protools
• [ON]-toetshandelingen besturen mute aan/uit-
handelingen in de sequencersoftware.
• Faderhandelingen regelen het volume van de
sequencersoftwaretracks.
Volume/Rec TR
• [ON]-toetshandelingen verzenden MMC-opdrachten
om opnametracks te selecteren.
• Faderhandelingen verzenden
volumebesturingswijzigingen (CC-nr.=07).
Volume
• Als u een [ON]-toets uitzet (lampje wordt gedoofd),
wordt volume = 0 verzonden.
• Als u een [ON]-toets aanzet (lampje licht groen op),
wordt de volumewaarde verzonden die overeenkomt
met de faderpositie.
• Als een [ON]-toets aan staat, worden
volumebesturingswijzigingen (CC-nr.=07) verzonden
wanneer de fader wordt bediend.
AW2400 Gebruikershandleiding
10
11
12
10
11
12
10
11
12
20
205