1 ST TR MODE ON/OFF-knop
Met deze knop zet u het afspelen van de stereotrack aan/
uit.
B INPUT CH MIX/MUTE-knop
Met deze knop bepaalt u of de signalen van de ingangska-
nalen worden afgeluisterd (MIX) of niet worden afgeluis-
terd (MUTE) tijdens het afspelen van de stereotrack.
C Trackweergave
Dit gebied geeft grafisch aan of de stereotrack data bevat
en toont de locatie van de markeringen.
D Virtuele tracks
Hier kunt u de virtuele track selecteren die is toegewezen
aan de stereotrack. De geselecteerde virtuele track wordt
aangegeven met het symbool 'G'. Van de overige virtuele
tracks worden de opgenomen tracks aangegeven met ' '
en de niet-opgenomen tracks met '-'.
E Niveaumeter
Deze geeft het uitgangsniveau van de stereotrack aan. Het
faderniveau wordt numeriek aangegeven links van de
meter en het aanhoudniveau wordt numeriek aangegeven
rechts van de meter.
F PRE EQ-knop
Als deze knop is geactiveerd, worden de pre-EQ-niveaus
(de niveaus vóór de toonregeling) aangegeven.
G PRE FADER-knop
Als deze knop is geactiveerd, worden de prefaderniveaus
(de niveaus vóór de faders) aangegeven.
H POST FADER-knop
Als deze knop is geactiveerd, worden de postfaderniveaus
(de niveaus na de faders) aangegeven.
I PEAK HOLD-knop
Met deze knop schakelt u de peakholdfunctie van de
niveaumeter in/uit.
Opnemen op de stereotrack
U kunt als volgt de signalen van track-, ingangs- en
effectretourkanalen naar de stereobus verzenden en het
gecombineerde signaal opnemen op de stereotrack.
1
Roep de Mixdown-pagina van het RECORD-
scherm op door het vereiste aantal keren
op de [RECORD]-toets in de Quick
Navigate-sectie te drukken, of door eerst op
de [RECORD]-toets en vervolgens op [F4]
te drukken.
Wanneer u deze pagina opent, wordt de status klaar-
voor-opname uitgeschakeld voor alle audiotracks en
kunt u alleen op de stereotrack opnemen.
Gebruik de Mixdown-pagina om de kanalen die u op
de stereotrack wilt opnemen, aan de stereobus te
koppelen. Zie pagina 75 voor details over het koppelen
van kanalen.
2
3
4
U speelt als volgt de stereotrack af die u hebt opgenomen:
1
2
REC-knop
Verplaats de cursor naar de REC-knop en
druk op de [ENTER]-toets om de knop aan
te zetten.
Het lampje van de [STEREO SEL]-paneeltoets
knippert rood om aan te geven dat de stereotrack zich
in de modus klaar-voor-opname bevindt.
Druk op de RTZ-toets [
terug te spoelen. Houd vervolgens de REC-
toets [G] ingedrukt en druk op de PLAY-
toets [
].
De song begint te spelen en het afspelen wordt
opgenomen op de stereotrack.
Wanneer u het einde van de song bereikt,
drukt u op de STOP-toets [I].
Als u het opnameresultaat wilt beluisteren, gaat u naar
'De stereotrack afspelen' (het volgende gedeelte).
TIP
• U kunt desgewenst de [UNDO/REDO]-toets gebruiken om de
opname die op de stereotrack ( ¡ p. 64) is gemaakt te
annuleren, of tussen virtuele tracks te schakelen en een
andere take op te nemen.
De stereotrack afspelen
Roep de Stereo TR-pagina van het TRACK-
scherm op door het vereiste aantal keren
op de [TRACK]-toets in de Work Navigate-
sectie te drukken, of door eerst op de
[TRACK]-toets en vervolgens op [F3] te
drukken.
Als u de stereotrack wilt afspelen, zet u de
ST TR MODE ON/OFF-knop op ON.
Als deze knop op ON staat, wordt de uitvoer van de
stereotrack gestuurd naar een punt direct vóór de
[STEREO]-fader. U kunt de uitvoer dan afluisteren via
de [STEREO OUT]-aansluitingen, de [MONITOR
OUT]-aansluitingen en de [PHONES]-aansluiting. Op
dit moment wordt de modus klaar-voor-opname van
alle tracks uitgeschakeld.
TIP
• Als een of meer audiotracks zich in de modus klaar-voor-
opname bevinden, vraagt een popupvenster u de
uitschakeling van de modus klaar-voor-opname te
bevestigen.
• Als de INPUT CH MIX/MUTE-knop op MIX staat, kunt u het
signaal van de ingangskanalen afluisteren, zelfs tijdens het
afspelen van de stereotrack.
OPMERKING
• EQ en dynamische bewerking worden niet toegepast op het
afspelen van de stereotrack.
AW2400 Gebruikershandleiding
Stereotrackhandelingen
] om de song
15
131