Inhoudsopgave
Advertenties
In dit gedeelte wordt het gebruik van de interne effecten van de AW2400
beschreven.
De AW2400 heeft vier ingebouwde, onafhankelijke multi-effectprocessors (Effect 1-4).
De interne effecten kunnen op de volgende twee manieren worden gebruikt:
I Effect send en return
Bij deze methode worden de effect-'sends' en -'returns' van
de mixersectie gebruikt. Als u een effect wilt toepassen op
een kanaal, gebruikt u de effectzendregelingen van het
kanaal om het signaal via de overeenkomstige effectbus
naar de ingang van de effecten 1-4 te zenden. De uitvoer
uit de gebruikte effectprocessor wordt via het
overeenkomstige effectretourkanaal (effect returns 1-4)
naar de stereobus of bus1/bus2 geretourneerd en met het
rechtstreekse geluid gemengd.
Het volgende schema geeft de in- en uitgangssignaalbaan
weer voor de effecten 1-4.
Effect 1
Effect 2
Effect 3
Effect 4
Effectbus 1
Effectbus 2
Effectbus 3
Effectbus 4
Hoofdstuk 14
Effecten
Info over de interne effecten
Mixersectie
Effectretourkanaal 1
Effectretourkanaal 2
Effectretourkanaal 3
Effectretourkanaal 4
Ingangskanalen 1–16
Trackkanalen 1–24
I Kanaalinvoeging
In dit geval wordt een effect tussengevoegd in de
signaalbaan van een kanaal zodat het effect alleen op het
desbetreffende kanaal wordt toegepast. Het effectgeluid
wordt met het rechtstreekse kanaalsignaal in het kanaal
zelf gemengd en vervolgens naar de stereobus of een
recordertrack gestuurd. Let op: een effect dat is
tussengevoegd in een bepaald kanaal, kan niet
tegelijkertijd zijn tussengevoegd in een ander kanaal of
worden gebruikt via de effect sends en returns.
Effecten kunnen worden tussengevoegd in de volgende
kanalen:
• Ingangskanalen
• Trackkanalen
• Stereo-uitgangskanaal
• Busmasterkanalen
• AUX-zendmasterkanalen
Effecten kunnen op een of meer van de volgende drie
punten worden tussengevoegd in een kanaal (het schema
geeft een ingangskanaal weer):
1 Vóór de EQ-fase (pre-EQ)
B Tussen de EQ-fase en de fader (post-EQ,
prefader)
C Na de fader (postfader)
A
PHASE
GATE
EQ
ATT
TIP
• Naast de effecten van de vier effectprocessors biedt de AW2400
nog een 'Pitchfixfunctie' voor het corrigeren van de toonhoogte
van stemtracks. Zie 'Een stemtrack corrigeren (Pitchfixfunctie)' op
pagina 124 voor details.
AW2400 Gebruikershandleiding
14
B
C
ON
LVL
PAN
115
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
