Basisinstellingen voor de CD-RW-drive
Voordat u daadwerkelijk data naar een cd schrijft, moet u basisinstellingen voor de CD-RW-drive
opgeven.
1
Roep de Setting-pagina op door het
vereiste aantal keren op de [CD]-toets in de
Work Navigate-sectie te drukken, of door
eerst op de [CD]-toets en vervolgens op
[F3] te drukken.
De Setting-pagina van het CD-scherm verschijnt.
B
A
C
D
E
1 AUDIO WRITE SPEED
Selecteert de snelheid waarmee audiodata naar de CD-
R/RW worden geschreven.
B AUDIO WRITE TYPE
Selecteert de manier waarop audiodata naar de CD-R/
RW worden geschreven.
C UNDERRUN PROTECT-knop
Schakelt de functie die buffer-underrun voorkomt (een
fout die kan plaatsvinden als de dataoverdracht de
schrijfsnelheid niet kan bijhouden) in/uit.
D DATA WRITE SPEED
Dit geeft de snelheid aan waarmee andere data dan cd-
audio (bijv. backupdata of WAV-files) naar CD-R/RW
worden geschreven. Dit zal normaal gesproken x8
aangeven maar mogelijk wordt x4 aangegeven als de
maximale schrijfsnelheid van de cd x4 is. Dit veld is
alleen voor weergave en kan niet worden bewerkt.
E DATA WRITE TYPE
Selecteert de manier waarop backupdata naar de CD-
R/RW worden geschreven.
Als de COMPARE-knop aan staat, worden de
oorspronkelijke data vergeleken met de backupdata of
de geëxporteerde WAV-file na een backup- of
exporthandeling, om te controleren of er zich geen
fouten hebben voorgedaan tijdens het schrijven van de
data.
Zie 'Backups maken van songs' op pagina 177 voor
informatie over backupprocedures.
F CD-RW MEDIA ERASE
Wist de data die naar CD-RW zijn geschreven. Zie
'CD-RW wissen' (¡ p. 221) voor details.
2
Verplaats de cursor naar het AUDIO WRITE
SPEED-veld en draai aan de [DATA/JOG]-
draaiknop om de schrijfsnelheid te
selecteren.
U kunt x8 (acht keer de afspeelsnelheid van audio) of
x4 (vier keer de afspeelsnelheid van audio) selecteren.
Normaal gesproken moet u x8 gebruiken en de
F
snelheid alleen naar x4 laten zakken als er fouten
plaatsvinden tijdens het schrijven.
TIP
• Naast de [DATA/JOG]-draaiknop kunt u ook de [INC]/[DEC]-
toetsen gebruiken om selecties uit te voeren.
3
Gebruik de TEST- en WRITE-knop van het
AUDIO WRITE TYPE-veld om de
schrijfhandeling(en) te selecteren.
De combinatie van knoppen bepaalt als volgt de
handelingen die plaatsvinden.
• Alleen de TEST-knop aan
........... Er wordt alleen een schrijftest uitgevoerd.
• Alleen de WRITE-knop aan
........... Het schrijven vindt onmiddellijk plaats.
• Zowel de WRITE- als de TEST-knop aan
........... Er wordt eerst een schrijftest uitgevoerd
Afhankelijk van de cd en de status van de harddisk is
het mogelijk dat er een fout kan plaatsvinden terwijl
de data worden geschreven. (Als u een CD-R gebruikt,
maakt dit de cd onbruikbaar.) Voordat u daadwerkelijk
de cd beschrijft, kunt u de TEST-knop aanzetten om te
controleren of er een fout zal plaatsvinden. Als er een
fout plaatsvindt tijdens de test, stopt u de procedure,
en verlaagt u de schrijfsnelheid of stelt u de
UNDERRUN PROTECT-knop in op ENABLE.
4
Stel desgewenst de UNDERRUN PROTECT-
knop in op ENABLE.
De CD-RW-drive van de AW2400 heeft een functie
om 'buffer-underrun'-fouten te voorkomen, die kunnen
plaatsvinden als de dataoverdracht de schrijfsnelheid
niet kan bijhouden.
Zet de UNDERRUN PROTECT-knop op ENABLE
om buffer-underruns te voorkomen.
TIP
• U kunt de fabrieksinstellingen van de CD-RW-drive herstellen
via de CD Setting-pagina van het CD-scherm door op de
[F3]-toets (DEFAULT) te drukken terwijl u de [SHIFT]-toets
ingedrukt houdt.
OPMERKING
• Als de UNDERRUN PROTECT-knop is ingesteld op ENABLE,
wordt de TEST-knop automatisch uitgezet. En omgekeerd, als
de TEST-knop wordt aangezet, wordt de UNDERRUN
PROTECT-knop automatisch ingesteld op DISABLE.
Basisinstellingen voor de CD-RW-drive
en dan vindt het daadwerkelijke schrijven
plaats.
AW2400 Gebruikershandleiding
22
215