E DEVICE NO.-vak
Bepaalt het MMC-apparaatnummer (1-127) dat aan de
AW2400 wordt toegewezen.
OPMERKING
• Het MMC-apparaatnummer is een identificatienummer dat wordt
gebruikt om apparaten te kunnen onderscheiden die MMC-
opdrachten verzenden en ontvangen. Als MMC wordt gebruikt,
moeten de AW2400 en het externe MIDI-apparaat worden
ingesteld op hetzelfde MMC-apparaatnummer.
• Als MMC-data worden verzonden vanaf de AW2400, wordt het
MMC-apparaatnummer altijd ingesteld op '128' (zodat besturing
van alle MMC-compatibele apparaten mogelijk is).
F MTC-veld
Bepaalt hoe de AW2400 functioneert als deze wordt
gesynchroniseerd met een extern MIDI-apparaat met
behulp van MTC (MIDI-tijdcode).
G MTC MASTER-knop
Als deze knop is geactiveerd, functioneert de AW2400 als
MTC-master. Activeer deze knop als u externe apparatuur
wilt synchroniseren met de AW2400.
H MTC SLAVE-knop
Als deze knop is geactiveerd, functioneert de AW2400 als
MTC-slave en volgt deze de MTC-signalen die worden
ontvangen via de MIDI IN-aansluiting (of een USB-
aansluiting of de ingangspoort van de digitale I/O-kaart).
Activeer deze knop als u twee AW2400-eenheden wilt
synchroniseren, of de AW2400 wilt synchroniseren met
een extern apparaat dat alleen in de MTC-mastermodus
kan functioneren.
I SYNC AVERAGE-vak
Selecteer een van de volgende instellingen om aan te
geven hoe nauwgezet de AW2400 de binnenkomende
MTC-data moet volgen, als deze als MTC-slave
functioneert.
• 0 ............. De AW2400 wordt met de hoogst mogelijke
nauwkeurigheid met de binnenkomende
MTC-data gesynchroniseerd. Als de
binnenkomende MTC opmerkelijk instabiel is,
kan de synchronisatie onderbroken of
onbetrouwbaar worden als deze instelling is
geselecteerd.
• 1 ............. Deze instelling maakt het mogelijk meer
MTC-instabiliteit te tolereren dan bij de OFF-
instelling.
• 2 ............. Deze instelling geeft de maximale tolerantie.
Gebruik deze instelling als de MTC-master
een extern MIDI-apparaat is dat opmerkelijk
instabiel is.
TIP
• Wanneer de AW2400 als MTC-slave functioneert en wordt
gesynchroniseerd met een extern MIDI-apparaat, en de
nauwkeurigheid van de binnenkomende MTC instabiel wordt,
brengt de AW2400 kleine aanpassingen aan in de
afspeeltoonhoogte om zo te proberen de synchronisatie te blijven
volgen. De SYNC AVERAGE-parameter bepaalt het bereik van
MTC-variatie dat wordt getolereerd.
Setup MIDI-synchronisatieberichten
J OFFSET
Wanneer de AW2400 als MTC-slave wordt gebruikt,
verschuift deze parameter de absolute tijd van de AW2400
naar voren of naar achteren ten opzichte van de
binnenkomende MTC. Het bereik is
-24:00:00:00,00 tot +24:00:00:00,00.
OFFSET = 00:00:00:00.00
Binnenkomende
00:00:10:00.00
tijdcode
Tijdcode-
00:00:10:00.00
display (ABS)
Song
+
05
OFFSET =
00:00:
:00.00
Binnenkomende
00:00:10:00.00
tijdcode
Tijdcode-
00:00:15:00.00
display (ABS)
Song
05
OFFSET = –00:00:
:00.00
Binnenkomende
00:00:10:00.00
tijdcode
Tijdcode-
00:00:05:00.00
display (ABS)
Song
TIP
• De OFFSET-instelling heeft geen effect op de MTC die wordt
verzonden via de MIDI OUT/THRU-aansluiting (of een USB-
aansluiting of de uitgangspoort van de digitale I/O-kaart).
K SYNC OUT-veld
Selecteert het type MIDI-bericht voor synchronisatie.
• OFF-knop .......... Activeer deze knop (wordt dan
geïnverteerd weergegeven) om
verzending van MIDI-
synchronisatieberichten uit te
schakelen.
• MTC-knop ......... Als deze knop is geactiveerd, worden
MTC-data verzonden wanneer de
recorder loopt.
• MIDI CLOCK-knop
.............. Als deze knop is geactiveerd, wordt
de MIDI-clock verzonden wanneer de
recorder loopt. Bovendien worden de
benodigde START-, STOP-,
CONTINUE- en SONG POSITION-
berichten verzonden wanneer
transport is vereist.
TIP
• De werking van de MIDI-clock is gebaseerd op het tempo dat is
opgegeven op de pagina Tempo Map (zie pagina 175 voor details
over de configuratie van Tempo Map).
AW2400 Gebruikershandleiding
00:00:15:00.00
00:00:20:00.00
00:00:15:00.00
00:00:20:00.00
00:00:15:00.00
00:00:20:00.00
00:00:20:00.00
00:00:25:00.00
00:00:15:00.00
00:00:20:00.00
00:00:10:00.00
00:00:15:00.00
20
199