I CD-RW-drive
De AW2400 is voorzien van een eigen CD-RW-drive.
U kunt een audio-cd maken met de stereomixes van
de songs die zijn opgenomen op de harddisk.
De markeringen die binnen een song zijn toegewezen,
kunnen ook worden gebruikt als tracknummers van de cd.
U kunt zelfs geavanceerde technieken gebruiken zoals het
toewijzen van meerdere tracknummers binnen één song.
De CD-RW-drive kan ook worden gebruikt om backups
van songs te maken en deze terug te zetten, om audio-cd's
af te spelen en om WAV-data van een cd-rom te laden.
Hierna volgt een beknopt overzicht van terminologie die wordt gebruikt voor de AW2400.
Recordersectie
I Tracks
Een locatie waar data zijn opgenomen, wordt een 'track'
genoemd. De recordersectie van de AW2400 gebruikt de
volgende typen tracks.
G Audiotracks
De fysieke tracks die worden gebruikt om audiodata op
te nemen en af te spelen, worden 'audiotracks' of gewoon
'tracks' genoemd. De AW2400 heeft 24 audiotracks.
U kunt 16 tracks tegelijkertijd opnemen en 24 tracks
tegelijkertijd afspelen (16-bits songs).
G Stereotrack
De AW2400 beschikt over een 'stereotrack' die
onafhankelijk is van de audiotracks 1-24 en waarop een
stereo-audiosignaal wordt opgenomen en afgespeeld.
De stereotrack wordt hoofdzakelijk gebruikt als een
speciale afmixtrack voor het opnemen van de eindmix.
Eigenschappen van de AW2400 • AW2400-terminologie
I Aansluiten op een computer
De AW2400 kan met de ingebouwde USB-interface
rechtstreeks op een computer worden aangesloten voor
het overbrengen van audiofiles en MIDI-berichten.
Hierdoor kunnen WAV-audiofiles en tussen de AW2400
en de computer worden gekopieerd, zodat deze
eenvoudig beheerd en verwerkt kunnen worden in
computerprogramma's en 'backups' van songfiles op de
opslagmedia van de computer kunnen worden bewaard.
AW2400-terminologie
G Virtuele tracks
Elk van de 24 audiotracks en de stereotrack bestaat uit
acht 'virtuele' tracks. Voor de audiotracks en de stereotrack
kan slechts één virtuele track per keer worden opgenomen
of afgespeeld. U kunt echter van virtuele track wisselen
om zo door te gaan met het opnemen van een nieuwe take,
terwijl de vorige opname bewaard wordt.
Het diagram hieronder laat het concept van virtuele tracks
zien. De horizontale rijen geven de audiotracks 1-24 aan
en de verticale kolommen komen overeen met de virtuele
tracks 1-8. De getinte vlakken geven de virtuele tracks aan
die momenteel zijn geselecteerd voor opnemen of
afspelen.
G Triggertracks
Met de 'triggertrack'-functie kunt u de [ON]-toetsen en
faders van een track gebruiken om het afspelen van
opgenomen tracks te starten en te stoppen. Wanneer de
triggertrackfunctie actief is, kunt u op de [ON]-toets van
een trackkanaal drukken om het eenmalig afspelen van de
overeenkomstige track te starten vanaf het begin van de
song tot het einde van de opgenomen data.
Audiotracks
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
Stereotrack
1
2
3
4
5
6
7
8
AW2400 Gebruikershandleiding
2
21 22 23 24
17