U kunt de interne effectparameters van de AW2400 bewerken om heel nauwkeurig het effect
te creëren dat u voor uw muziek wilt gebruiken.
1
Zie de instructies in
'Effectbibliotheekinstellingen terugroepen'
op pagina 116 om een preset terug te
roepen uit een effectbibliotheek die is
gebaseerd op het effecttype dat u wilt
gebruiken.
2
Controleer of de [EFFECT]-toets in de
Selected Channel-sectie is geactiveerd en
het lampje van de toets brandt.
3
Controleer of het EFFECT-scherm wordt
weergegeven dat u hebt geselecteerd in
stap 1.
De Selected Channel-knoppen 1-4 komen overeen met
de EFFECT-schermen 1-4. Druk op de
overeenkomstige knop om het gewenste scherm op te
roepen.
4
Druk op de [F3]-toets in de displaysectie
om de effectparameters weer te geven en te
bewerken.
De FX Edit-pagina van het EFFECT-scherm
verschijnt.
Deze pagina bevat de volgende items.
A
B
C
1 NAME
Geeft de naam van het geselecteerde effect aan.
B TYPE
Geeft het type van het geselecteerde effect aan.
OPMERKING
• U kunt het effecttype niet op deze pagina wijzigen. Als u een
ander type wilt gebruiken, moet u een bibliotheekinstelling
terugroepen die het gewenste effecttype gebruikt.
Effecten bewerken
5
D
E
F
6
C MIX BALANCE-veld
• BYPASS-knop.............. Schakelt effectbypass in/
uit.
• MIX BALANCE-knop ... Stelt de balans tussen
effectsignalen en
rechtstreekse signalen in.
0% genereert alleen het
rechtstreekse geluid,
100% alleen het
effectgeluid.
D USED AS
Geeft aan hoe dit effect wordt gebruikt. EFF1-EFF4
geven aan dat het effect intern met de mixersectie is
verbonden via send/return. Als het effect in een
bepaald kanaal is tussengevoegd, wordt de naam
weergegeven van het kanaal waarin het effect is
tussengevoegd (bijvoorbeeld 'INPUT 1').
E Niveaumeter
Geeft het in- of uitgangsniveau van het effectsignaal
aan. Selecteer ingang (IN) of uitgang (OUT) via de
knop boven de meters.
F Parameterpagina
In dit gebied kunt u de effectparameters bewerken. De
inhoud en het bereik van de parameters hangen af van
het geselecteerde effecttype.
Verplaats de cursor naar de
effectparameter die u wilt bewerken, en
gebruik de [DATA/JOG]-draaiknop of de
[INC]/[DEC]-toetsen om de waarde te
bewerken.
Afhankelijk van het effecttype kan dit gebied worden
gebruikt om meerdere parameterpagina's te laten zien.
Druk in dat geval herhaaldelijk op de CURSOR-toets
[
] om naar de parameterpagina te gaan die de
parameter bevat die u wilt bewerken.
Als u effectbypass wilt uitschakelen,
verplaatst u de cursor naar de BYPASS-
knop en drukt u op de [ENTER]-toets.
TIP
• Bewerkte effectinstellingen kunnen worden opgeslagen in de
effectbibliotheek ( ¡ p. 123).
AW2400 Gebruikershandleiding
Effecten bewerken
14
121