5
Geef de bestemmingstrack voor de opname
op in het TRACK-veld en geef de virtuele
track op in het V.TR-veld. Verplaats
vervolgens de cursor naar de OK-knop en
druk op de [ENTER]-toets.
Hiermee wordt de PITCH FIX-weergave geselecteerd.
B
A
C
F
OPMERKING
• Wanneer de PITCH FIX-modus wordt ingeschakeld, gebeurt
het volgende:
• Met de toetsen op het paneel kan geen andere weergave
worden gekozen.
• Toewijzingen aan opnametracks worden genegeerd.
• Er zijn geen andere interne effecten dan de
Pitchfixfunctie beschikbaar.
• De Automix-functie is tijdelijk niet beschikbaar.
• Berichten over het MIDI-programma en wijziging van de
besturing worden niet ontvangen.
1 PITCH FIX-veld
• EXIT-knop.................. Verplaats de cursor naar
• BYPASS-knop ........... Als u de stemtrack wilt
B TRACK-veld
• FROM TR ................... Geeft de track aan die u wilt
• TO TR/TO V.TR........... Geeft de track en de virtuele
D
E
deze knop en druk op de
[ENTER]-toets om de
PITCH FIX-modus te
verlaten en terug te gaan
naar de Bounce-pagina.
afluisteren voordat u de
toonhoogte corrigeert,
verplaatst u de cursor naar
deze knop en drukt u op de
[ENTER]-toets.
bewerken (de brontrack). Dit
veld is alleen voor weergave
en kan niet worden bewerkt.
track aan waarop de
bewerkte brontrack wordt
opgenomen (de
bestemmingstrack). Dit veld
is alleen voor weergave en
kan niet worden bewerkt.
Een stemtrack corrigeren (Pitchfixfunctie)
C CONTROL-veld
Selecteert de methode voor toonhoogtecorrecties/-
verschuivingen uit de volgende drie methoden:
• SCALE..................Geef de toonladder op met
ontvangen MIDI-noten om de
toonhoogte aan te passen. Als u
bijvoorbeeld een akkoord op
een aangesloten MIDI-keyboard
speelt, wordt de toonhoogte
verschoven met de noten in het
akkoord.
• NOTE ....................De toonhoogte wordt gewijzigd
volgens de ontvangen MIDI-
noot.
• PANEL ..................Hier kunt u de toonhoogte
aanpassen door een toonladder
op te geven met het keyboard
op de display.
D PARAMETERS-veld
• TYPE.....................Stel dit in op de gewenste
waarde voor een zo nauwkeurig
mogelijke correctie van de
toonhoogte. Over het algemeen
moet dit worden ingesteld op
Normal, maar voor lage
stemmen is de instelling Male
en voor hoge stemmen de
instelling Female gewenst.
• KEEP FORMANT-knop
.................Wanneer deze knop is
geactiveerd, verandert het
basiskarakter (de klankkleur)
van de stem niet wanneer u de
toonhoogte corrigeert.
• DETECT-knop ......Bepaalt de snelheid van de
toonhoogtedetectie. Naarmate
de ingestelde tijd korter is, wordt
de toonhoogte sneller gedetec-
teerd, zodat een snellere reactie
mogelijk is. Als de ingestelde tijd
langer is, wordt de toonhoogte
langzamer gedetecteerd, waar-
door de veranderingen mogelijk
duidelijker en abrupter worden.
• RATE-knop...........Dit bepaalt de snelheid van de
verandering in toonhoogte.
Naarmate de snelheid hoger is,
wordt de toonhoogte sneller
veranderd, zodat de toonhoog-
tecorrectie nauwkeuriger het
oorspronkelijke signaal volgt.
Met de instelling '000' wordt de
toonhoogte niet gewijzigd.
• PITCH-knop .........Dit bepaalt de instelling voor de
octaaf van het signaal met
aangepaste toonhoogte. Het
bereik omvat -2 tot 2 octaven in
stappen van een halve toon. De
eenheden en decimalen van de
waarde worden afzonderlijk
ingesteld.
• FORMANT-knop...Dit bepaalt het vocale karakter
(de klankkleur) van het signaal
met aangepaste toonhoogte.
Positieve (+) waarden resulteren
in een hoger stemkarakter en
negatieve (-) waarden resulteren
in een dieper stemkarakter.
AW2400 Gebruikershandleiding
14
125