Audiotrackhandelingen
Info over audiotracks
Audiotracks zijn fysieke opnamegebieden voor het
opnemen en afspelen van audiodata.
Met de AW2400 beschikt u over 24 audiotracks. Bij een
16-bits song kunt u maximaal 24 tracks gelijktijdig
afspelen, bij een 24-bits song twaalf. Het werkelijke aantal
tracks dat gelijktijdig kan worden afgespeeld, wordt
echter beperkt door het aantal tracks dat momenteel in de
modus klaar-voor-opname staat. Als u meer tracks in de
modus klaar-voor-opname zet, wordt automatisch het
overeenkomstige aantal afspeeltracks gedempt.
De volgende tabel laat het aantal tracks zien dat
gelijktijdig kan worden opgenomen/afgespeeld voor
een 16- of 24-bits song.
Songbitdiepte
16-bits
24-bits
* Voor afmixen is het aantal gelijktijdige opnametracks twee en
het aantal gelijktijdige afspeeltracks 24 voor 16-bits songs, en
12 voor 24-bits songs.
Voorbeeld: bij een 16-bits song vermindert elke track die
u in de modus klaar-voor-opname zet, het aantal
gelijktijdige afspeeltracks met één. (Het dempen begint bij
de track met het hoogste nummer.) Als u het maximum
15
van zestien tracks in de modus klaar-voor-opname hebt
gezet, kunt u maximaal acht tracks gelijktijdig afspelen.
Als u een gedempte track weer wilt activeren zodat deze
kan worden afgespeeld, moet u eerst het aantal tracks in
de modus klaar-voor-opname verminderen en vervolgens
het dempen opheffen van de track die u wilt afspelen.
Alle audiotracks bekijken
Op de View-pagina van het TRACK-scherm kunt u alle
tracks weergeven om te controleren of ze data bevatten, en
voor elke track het dempen in- of uitschakelen.
Voor deze pagina drukt u het vereiste aantal keren op de
[TRACK]-toets in de Work Navigate-sectie, of drukt u
eerst op de [TRACK]-toets en vervolgens op [F1].
128
AW2400 Gebruikershandleiding
Audiotrackhandelingen
Max. gelijktijdige
Max. gelijktijdige
opnametracks
afspeeltracks
16
8
:
:
1
23
0*
24*
8
4
:
:
1
11
0*
12*
Deze pagina bevat de volgende items.
A G
B
C
D
E
F
1 TRACK
Hier selecteert u de track die u wilt besturen in het scherm.
Kies een nummer van 1 tot 24 (audiotracks 1-24) of ST
(stereotrack). Het nummer en de naam van de virtuele
track die voor de huidige track is geselecteerd, worden
weergegeven onder dit veld.
B MUTE-knop
U kunt de cursor naar deze knop verplaatsen en op de
[ENTER]-toets drukken om het dempen van de
geselecteerde track in of uit te schakelen.
C RENAME-knop
U kunt de cursor naar deze knop verplaatsen en op de
[ENTER]-toets drukken om het NAME EDIT-
popupvenster te openen, waarin u de naam van de
geselecteerde track kunt bewerken.
D WAVE-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de
[ENTER]-toets drukt, wordt de golfvorm (waveform) van
de geselecteerde track getoond. Zie 'Een locatie zoeken
terwijl u de golfvorm bekijkt' (¡ p. 95) voor details.
E REMAIN
Geeft de overgebleven opnametijd aan.
F Metronoomknop
Hiermee kunt u de metronoom in- en uitschakelen, en het
volume regelen. Het volume kan worden ingesteld van -96
tot +12 dB. Zie 'De metronoom gebruiken' (¡ p. 62) voor
details.
G MUTE-indicator
Als een track wordt gedempt, verandert zijn MUTE-
indicator in 'G'.
H Trackweergave
Dit gebied geeft aan of de tracks 1-24 data bevatten en
toont de markerlocaties.
H