Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik van Automix
9
Voer de gewenste mixhandelingen uit.
De opgegeven mixparameters worden opgenomen
voor de opgegeven kanalen.
De parameters die u voor opname hebt opgegeven in
stap 4 worden als volgt opgenomen:
G CH ON/FADER
Bedien de [ON]-toets of de fader van het kanaal.
G AUX/EFFECT SEND ON
Roep het AUX- of EFFECT-scherm op, verplaats de
cursor naar het kanaal waarvoor AUX of effect send
moet worden in- of uitgeschakeld, en druk op de
[ENTER]-toets.
G AUX/EFFECT SEND
Roep het AUX- of EFFECT-scherm op en draai aan de
juiste Selected Channel-knop 1-4. U kunt ook de
cursor naar de gewenste schermknop verplaatsen, en
de [DATA/JOG]-draaiknop of de [INC]/[DEC]-toetsen
gebruiken om het zendniveau aan te passen.
OPMERKING
• Effectparameterhandelingen kunnen niet worden opgenomen
met Automix.
G EQ
Roep het PAN/EQ-scherm terug en gebruik de
[LOW]-, [LO-MID]-, [HI-MID]- of [HIGH]-toets
voor de band die u wilt aanpassen. Gebruik vervolgens
de Selected Channel-knoppen 2-4 om de geselecteerde
band aan te passen. U kunt ook de cursor naar de
gewenste knoppen op de EQ/Att.-pagina van het PAN/
EQ-scherm verplaatsen, en de [DATA/JOG]-draaiknop
of de [INC]/[DEC]-toetsen gebruiken om de EQ-
regeling aan te passen. Ook het in- en uitschakelen van
de EQ-regeling (EQ ON/OFF) wordt opgenomen.
OPMERKING
• ATT.-knophandelingen en EQ-typeselecties worden niet
opgenomen met Automix.
G PAN
Roep het PAN/EQ-scherm terug en draai aan Selected
Channel-knop 1. U kunt ook de cursor naar de
schermknoppen verplaatsen, en de [DATA/JOG]-
draaiknop of de [INC]/[DEC]-toetsen gebruiken om
19
de PAN-waarde aan te passen.
OPMERKING
• Als u een Automix-opname creëert voor meerdere kanalen,
kunt u alleen het laatst geselecteerde kanaal bedienen met
de Selected Channel-regelaars.
• Tijdens een Automix-opname kunt u de [INPUT SEL]-, [SEL]-
en [STEREO SEL]-toetsen gebruiken om de
overeenkomstige kanalen in of out te punchen. De veiligste
manier om tijdens een Automix-opname tussen kanalen te
schakelen, is de cursor te verplaatsen naar de
overeenkomstige locatie in het PAN/EQ-, EFFECT- of AUX-
scherm.
G Scene/Bibliotheek
Scene-, kanaal-, EQ-, gate-, compressor- en
effectconfiguraties kunnen worden teruggeroepen via
de overeenkomstige bibliotheekpagina's.
184
AW2400 Gebruikershandleiding
10
Nadat alle gewenste mixhandelingen zijn
opgenomen, drukt u op de STOP-toets [I]
op het bovenpaneel om de song te stoppen.
Het lampje van de [AUTOMIX]-toets wordt gedoofd,
de REC-knop in het MODE-veld wordt uitgeschakeld
en de modus stand-by voor opname met Automix
wordt uitgezet. Op hetzelfde moment vraagt een
popupvenster u het bijwerken van de opgenomen
Automix-data te bevestigen.
TIP
• U kunt een Automix-opname onderbreken zonder het
afspelen van de song te stoppen. Hiervoor verplaatst u de
cursor naar de STOP-knop op de Automix-pagina van het
AUTOMIX-scherm en drukt u op de [ENTER]-toets (of drukt u
op de [F2]-toets terwijl u de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt).
• Als u in stap 5 de AUTOREC-knop en niet de REC-knop
inschakelt, blijft de modus stand-by voor opname met
Automix actief, zelfs nadat het afspelen van de song is
gestopt. We adviseren u deze methode te gebruiken als u
verschillende takes wilt opnemen in een Automix-opname.
11
Als u de opgenomen data wilt bevestigen
en bijwerken, verplaatst u de cursor naar de
OK-knop en drukt u op de [ENTER]-knop.
De opgenomen Automix-data worden bijgewerkt. U
kunt deze handeling annuleren en de eerder
opgenomen Automix-data terugzetten door de cursor
te verplaatsen naar de CANCEL-knop en niet naar de
OK-knop, en op de [ENTER]-toets te drukken.
TIP
• Nadat de opgenomen Automix-data zijn bevestigd en
bijgewerkt, kunt u de handeling ongedaan maken en de
eerder opgenomen Automix-data terugzetten door de cursor
te verplaatsen naar de UNDO-knop in het COMMAND-veld
en op de [ENTER]-toets te drukken. Let op: de [UNDO]-toets
op het bovenpaneel kan niet worden gebruikt om Automix-
opnamen ongedaan te maken.
• U kunt de huidige Automix-data opslaan in de Automix-
bibliotheek, of een eerder opgeslagen Automix-opname
terugroepen uit de bibliotheek. Zie 'Automix-
bibliotheekhandeling' op pagina 190 voor details.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
