64
Verlichting en zicht
Dagrijlicht
Dagrijlicht inschakelen
– Schakel het contact aan zonder de lichtschakelaar uit de positie 0 te draaien.
Fuctie dagrijverlichting uitschakelen
– Tot 3 seconden na het inschakelen van het contact trekt u de knipperlichthendel
aan het stuurwiel en tergelijkertijd schakelt u naar onder en hou ze in deze positie
gedurende tenminste 3 seconden.
Fuctie dagrijverlichting activeren
– Tot 3 seconden na het inschakelen van het contact trekt u de knipperlichthendel
aan het stuurwiel en tergelijkertijd schakelt u naar boven en hou ze in deze positie
gedurende tenminste 3 seconden.
In enkele landen eisen de nationale wettelijke bepalingen dat bij geactiveerde functie
dagrijlicht ook het standlicht samen met de lampen voor het dagrijlicht brandt.
Bij auto's die met lampen voor dagrijlicht in de mistlampen uitgerust zijn, licht bij de
geactiveerde dagrijlichtfunctie het stadslicht niet op.
Bij ingeschakeld dagrijlicht is ook de verlichting van het instrumentenpaneel ingescha-
keld.
Bij auto's die met een informatiedisplay* zijn uitgerust, kunt u de functie dagrijverlich-
ting ook activeren, resp uitschakelen in het menu:
Setup (instellingen)
Lichten & Vision (licht & zicht)
Automatische regeling rijverlichting*
Automatische regeling rijverlichting* inschakelen
afb. 47
– Draai de schakelaar
in stand
Automatische regeling rijverlichting* inschakelen
– Schakel de verlichtingsschakelaar in de stand 0,
Wanneer de verlichtingsschakelaar in de stand
het contact het symbool
naast de verlichtingsschakelaar. Wanneer het nachtrij-
licht met de licht sensor geactiveerd is, verlicht naast de verlichtingsschakelaar het
symbool
.
Wanneer de verlichting automatisch wordt ingeschakeld, brandt zowel het stads- als
dimlicht alsmede de kentekenplaatverlichting.
Wanneer de automatische rijverlichting ingeschakeld is, wordt het licht met de licht-
sensor in de houder van de achteruitkijkspiegel geregeld. Als de lichtintensiteit terug-
loopt tot onder de ingestelde waarde, bijv. bij het overdag binnenrijden van een
tunnel, gaan automatisch het dimlicht en het stadslicht alsmede de kentekenplaatver-
lichting branden. Als de lichtintensiteit weer is opgelopen tot boven de ingestelde
waarde, wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld.
Snelwegverlichting
Als de automatische rijlichtregeling is ingeschakeld en de snelheid minimaal
10 seconden boven de 140 km/h ligt, wordt automatisch het stads- en dimlicht inge-
schakeld.
Afb. 47 Dashboard: Lichtschakelaar:
.
of
.
is, verlicht bij het inschakelen van