Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

De rode symbolen geven een gevaar aan (prioriteit 1) terwijl de gele een waarschu-
wing aangeven (prioriteit 2). Daarnaast verschijnen als aanvulling op de symbolen
aanwijzingen voor de bestuurder  bladzijde 28.
Als in het hoofdmenu het punt Vehicle status (Voertuigstatus) aangeduid wordt, is
er sprake van minimaal één storingmelding. Na het selecteren van dit menu wordt de
eerste van de storingmeldingen weergegeven. Als er meerdere storingmeldingen zijn,
wordt op het display onder de melding bijv. 1/3 weergegeven. Dat betekent dat de
eerste van in totaal drie meldingen wordt weergegeven. De betreffende meldingen
worden na elkaar met tussenpozen van 5 seconden aangewezen. Controleer zo vlug
mogelijk de aangewezen storingsmeldingen.
Zolang de functiestoringen niet zijn opgeheven, verschijnen de symbolen steeds weer.
Na de eerste melding worden de symbolen zonder aanwijzingen voor de bestuurder
weergegeven.
Als er een storing optreedt, klinkt naast de weergave van het symbool en de tekst ook
een waarschuwingssignaal:
Prioriteit 1 - drie waarschuwingstonen
Prioriteit 2 - één waarschuwingstoon
Rode symbolen
Een rood symbool geeft een gevaar aan.
Als op het display een rood symbool verschijnt, moet u als volgt handelen:
– Stoppen.
– Zet de motor af.
– Controleer de aangegeven functie.
– Doe, in geval van nood een beroep op de vakkundige hulp van uw Škoda-dealer.
Betekenis van de rode symbolen:
Motoroliedruk te laag
Oververhitte koppelingen van de automati-
sche versnellingsbak DSG*
Bediening
Veiligheid
Als er een rood symbool verschijnt, weerklinken drie opeenvolgende
waarschuwingstonen.
Gele symbolen
Een geel symbool geeft een waarschuwing aan.
Controleer de betreffende functie zo snel mogelijk.
Betekenis van de gele symbolen:
Als er een geel symbool verschijnt, weerklinkt één waarschuwingssignaal.
Als er sprake is van meerdere functiestoringen met prioriteit 5, verschijnen deze
symbolen na elkaar en zijn ze steeds gedurende circa 2 seconden zichtbaar.

Instellingen

U kunt met behulp van het informatiedisplay bepaalde instellingen zelf wijzigen. De
actuele instelling is op het informatiedisplay in het betreffende menu boven onder de
streep weergegeven.
U kunt (al naargelang de uitrusting van de auto) de volgende menu's kiezen:
 bladzijde 32
 bladzijde 38
Aanwijzingen voor het
Gebruikvoorschriften
rijden
Instrumenten en controlelampjes
Motoroliepeil controleren,
motoroliesensor defect
remvoering versleten
Language (Taal)
Autom. blind (Autom. rolgordijn)
MFD Data (MFA DATA)
Convenience (Comfort)
Lights & Vision (Licht & Zicht)
Time (Tijd)
Winter tires (Winterbanden)
Units (Eenheden)
Assistant (assisstent)
Raad en daad
25
 bladzijde 32
 bladzijde 36
Technische gegevens

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave