Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Werking
Het ASR schakelt bij het starten van de motor automatisch in en voert een zelftest uit.
Het systeem controleert het toerental van de aangedreven wielen met behulp van de
ABS-sensoren.. Als de wielen doorslippen, wordt door de automatische reducering
van het motortoerental de aandrijfkracht aangepast aan de staat van het wegdek. Het
systeem werkt bij alle snelheden.
De ASR werkt in combinatie met het ABS  bladzijde 197. Bij een ABS-storing valt ook
de ASR uit.
Bij een storing aan de ASR brandt op het instrumentenpaneel het ASR-controlelampje
 bladzijde 34.
Tijdens de ingreep in het systeem knippert het controlelampje ASR
mentenpaneel  bladzijde 34.
Uitschakelen
U kunt de ASR indien nodig door het indrukken van de toets
uit- en weer inschakelen. Bij een uitgeschakelde ASR brandt op het instrumentenpa-
neel het ASR-controlelampje
De ASR moet normaliter altijd zijn ingeschakeld. Alleen in bepaalde uitzonderingssitu-
aties, als bijv. slip is gewenst, kan het zinvol zijn het systeem uit te schakelen.
Voorbeelden:
bij het rijden met sneeuwkettingen
bij het rijden in verse sneeuw of op een losse ondergrond
bij het losrijden van een vastzittende auto.
Aansluitend hierop moet het ASR weer worden ingeschakeld.
ATTENTIE!
De rijstijl moet altijd worden aangepast aan de staat van het wegdek en de
verkeerssituatie. De geboden hogere veiligheid mag geen aanleiding zijn tot
het nemen van veiligheidsrisico's - kans op ongevallen.
Aanwijzing
Om de storingvrije werking van de ASR te garanderen moeten op alle vier de
velgen dezelfde banden zijn gemonteerd. Onderlinge verschillen in de afrolomtrek
Bediening
Veiligheid
 bladzijde 194, afb. 171
 bladzijde 34.
Aanwijzingen voor het
rijden
van de band kunnen leiden tot een niet-gewenste reducering van het motorver-
mogen.
Wijzigingen aan de auto (bijv. aan de motor, de remmen, het onderstel of een
andere band-velgcombinatie ) kunnen de werking van het ASR beïnvloeden
 bladzijde 240, 'Accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen'.
Actieve stuurondersteuning (DSR)*
Wagens met een ESP en ABS zijn van een actief besturingssysteem (DSR) voorzien.
Deze functie geeft de chauffeur in kritieke situaties een stuuraanbeveling, om de
wagen te stabiliseren. Het actieve besturingssysteem wordt bijv. actief bij sterk
op het instru-
afremmen op wegdekken waarbij de stroefheid tussen de linker- en de rechterzijde
van het wegdek verschillend is.
ATTENTIE!
De wagen stuurt ook met deze functie niet zelf! De bestuurder is verder voor de
besturing van het voertuig verantwoordelijk!

Remmen

Wat beïnvloedt de werking van de remmen in negatieve zin?
Slijtage
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en
de rijstijl. Als vaak in de stad wordt gereden of korte ritten worden gemaakt, of een zeer
sportieve rijstijl wordt aangehouden, moet de remblokdikte ook tussen de onder-
houdsintervallen door door een Škoda-dealer worden gecontroleerd.
Vocht of strooizout
In bepaalde situaties, zoals bijv. na het rijden door een diepe plas, bij hevige regenval
of na het wassen van de auto, kunnen de remmen door vocht of door ijsvorming op
de remschijven en de remblokken in de winter later aangrijpen. De remmen dienen
dan ook zo snel mogelijk door meerdere keren te remmen te worden drooggeremd.
Gebruikvoorschriften
Intelligente techniek
Raad en daad
Technische gegevens
195

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave