50
Ontgrendelen en vergrendelen
Signalen
Onderbroken toon
1 Continue toon
3 toenemende tonen
3 gelijke tonen
Aanwijzing
A
bladzijde 48, afb. 34
De uitbreiding van het bereik
3
de instelling van de bovenste positie van de klep bladzijde 50. Bij instelling van de
bovenste positie van de klep in het bereik
A
uitbreiding van het bereik
verandert evenredig met de ingestelde bovenste positie
2
van de klep.
Bovenste positie van de klep instellen
Bij begrensde ruimte voor de opening van de klep (bv. garagehoogte) of voor een
comfortabelere bediening (bv. volgens de lichaamslengte) is een instelling van de
bovenste positie van de kofferklep mogelijk.
Bovenste positie van de klep instellen
– Houd de klep in de gewenste positie (elektrisch of manueel) tegen.
A
– Druk op de binnenste toets
B
seconden ingedrukt. De opslag van de positie in het geheugen van het regelappa-
raat wordt met een akoestisch signaal bevestigd.
Ingestelde kleppositie wissen
– Til de klep voorzichtig manueel in de maximale openingsstand.
Status
Openen (met de toets op de radiografi-
sche afstandsbediening of met de toets
bladzijde 48,
op de middenconsole
afb.
33)
Krachtbegrenzing
Bevestiging van de opslag van de kleppo-
sitie
Storing
verandert evenredig volgens
A
A
wordt het bereik
niet actief, de
2
3
bladzijde 47, afb. 32
en houd deze ca. 3
A
– Houd de binnenste toets
ca. 3 seconden ingedrukt. Er weerklinkt een akoesti-
B
sche signaal, de oorspronkelijk ingestelde hoogte wordt uit het geheugen van het
regelapparaat gewist en de basispositie van de bovenst kleppositie wordt terug
ingesteld.
Aanwijzing
De klep opent altijd op de hoogte die laatst in het geheugen van het regelapparaat
werd opgeslagen.
De bovenste positie die bij het automatisch openen van de klep wordt bereikt, is
altijd kleiner dan de maximale bovenste positie die met de manuele opening van de
klep te bereiken is.
Functiestoringen
Als bij een geopende kofferklep de batterij af- en terug aangeklemd wordt, moet het
systeem van de elektrische kofferklep worden geactiveerd. Onder activeren verstaat
men de initialisering van het regelapparaat door manueel sluiten van de klep. Daar-
door wordt de eindpositie van de klep als volledig gesloten in het gezekerd slot opge-
slagen.
Mogelijke storingen van de elektrische kofferklep:
Voorbeelden van functiestoringen
Beschrijving van de storing
De klep kan niet uit het slot worden getild Noodontgrendeling van de klep
De klep reageert niet op een openings-
signaal
De klep blijft in de bovenste positie
Mogelijke oplossingen
bladzijde 51
Verwijderen van de eventuele hindernis
(bv. sneeuw), opnieuw openen van de
klep bladzijde 48
drukken van de greep aan de onderkant
van de kofferklep en de klep naar boven
trekken
Manueel sluiten van de klep (langzaam
en zonder bruuske bewegingen)