Met behulp van de gordelhoogte-instelling kan het verloop van de driepunts-veilig-
heidsgordel ter hoogte van de schouder aan het lichaam worden aangepast.
– Schuif de doorvoerplaat in de gewenste richting naar boven of naar beneden
afb.
151.
– Controleer na de instelling door met een ruk aan de gordel te trekken of de door-
voerplaat correct is geborgd.
ATTENTIE!
Stel de hoogte van de gordel zo in, dat de schoudergordel ongeveer over het
midden van de schouder - maar in geen geval langs de hals - loopt.
Aanwijzing
Voor het aanpassen van het verloop van de gordelband kan op de voorstoelen ook de
stoelhoogteverstelling worden gebruikt.
Veiligheidsgordels afdoen
– Druk op de rode knop in het gordelslot
druk naar buiten.
– Leid de gordel met de hand terug zodat de oprolautomaat de gordelband ten slotte
gemakkelijk kan oprollen.
Een kunststofknop in de gordel houdt de gordelgesp zo dat hij makkelijk kan worden
vastgepakt.
Bediening
Veiligheid
Afb. 152 Losmaken van de slotgesp van
het gordelslot
afb.
152. De slotgesp springt door veer-
Aanwijzingen voor het
rijden
Driepunts-veiligheidsgordel voor de middelste achterzitting
Uw auto is af fabriek uitgevoerd met een driepunts-veiligheidsgordel op de middelste
achterzitting. Deze gordel wordt op precies dezelfde wijze gebruikt als de driepunts-
veiligheidsgordels die links, resp. rechts (vóór en achter) zijn gemonteerd.
ATTENTIE!
De driepunts-veiligheidsgordel voor de middelste zitting achter kan alleen
goed functioneren als de rugleuningen van de achterbankzittingen correct zijn
vergrendeld bladzijde 88.
Gordelspanners
De veiligheid voor de bestuurder en de inzittenden die een gordel dragen wordt door
de gordelspanners op de oprolautomaten van de voorste en de zich aan de zijkant
achter bevindende driepunts veiligheidsgordels als aanvulling op het airbagsysteem
verhoogd.
Bij frontale aanrijdingen vanaf een bepaalde zwaarte worden de driepunts veiligheids-
gordels automatisch strak gespannen. De gordelspanners kunnen ook worden geacti-
veerd als de veiligheidsgordels niet worden gedragen.
De gordelspanner wordt bij een ernstige frontale aanrijding geactiveerd. Bij de active-
ring wordt in de oprolautomaat een poederlading ontstoken. Via een mechanisch
systeem wordt de gordelband in de oprolautomaat getrokken, waardoor de gordel
strak wordt gespannen.
Bij een lichte aanrijding voor of achter, wanneer de auto over de kop slaat of bij een
ongeluk, waarbij geen grote negatieve versnellingen werken, volgt geen activering van
de gordelspanner. Bij een zijcollitie wordt alleen de gordelband van de voorstoel aan
de zijde van het ongeluk verlost.
ATTENTIE!
Alle werkzaamheden aan het systeem en het uit- en inbouwen van
systeemonderdelen vanwege andere reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een Škoda-dealer/vakgarage worden uitgevoerd.
Gebruikvoorschriften
Raad en daad
Veiligheidsgordels
173
Technische gegevens