32
Instrumenten en controlelampjes
Als de controlelamp
oplicht, kan het zijn dat de stuurbekrachtiging en de onder-
steuning van de besturingskracht kleiner zijn.
Als de controlelamp
oplicht, kan het zijn dat de stuurbekrachtiging en de onder-
steuning van de besturingskracht kleiner zijn.
Zie voor meer informatie bladzijde 198.
Als bij wagens met KESSY-systeem* de controlelamp
de vergrendeling van het stuursysteem niet debllokeren of anders is er in de elektri-
sche besturingsblokkering een fout aanwezig.
Zie voor meer informatie bladzijde 128.
ATTENTIE!
Als de stuurbekrachtiging is uitgevallen, neem dan contact op met een Škoda-
dealer.
Aanwijzing
Als nadat de motor opnieuw is gestart en nadat even is gereden de gele controle-
lamp
uitgaat, is het niet nodig contact op te nemen met een Škoda-dealer.
Als de accukabels werken losgemaakt en weer werden aangesloten, zal na het
inschakelen van het contact het gele controlelampje
hebben gereden moet het controlelampje uitgaan.
Motoroliedruk
Het controlelampje
gaat bij het inschakelen van het contact enkele seconden
3)
branden.
Als het controlelampje na het starten van de motor niet uitgaat of tijdens het rijden
gaat knipperen, stop dan en zet de motor af. Controleer het oliepeil en vul zo nodig
motorolie bij bladzijde 224.
Als extra waarschuwingssignaal klinkt drie maal een akoestisch signaal.
3)
Bij auto's met informatiedisplay zal na het inschakelen van het contact het controlelampje
niet branden, dit brandt alleen als er een storing aanwezig is of als het motoroliepeil te laag is.
of
knippert, kan men
gaan branden. Na even te
Als onder de gegeven omstandigheden het bijvullen van motorolie niet mogelijk is,
mag de reis niet worden vervolgd. Laat de motor uitgeschakeld en roep de hulp in
van een Škoda-dealer, omdat dit anders kan leiden tot zware motorschade.
Als het controlelampje knippert niet verder rijden, ook al is de oliehoeveelheid in
orde. Laat de motor ook niet stationair draaien. Roep de hulp van de dichtstbijzijnde
Škoda-dealer in.
Op het informatiedisplay* weergegeven tekst:
Oil Pressure Engine off! Owner's manual! (Oliedruk: motor afzetten!
Instructieboekje!)
ATTENTIE!
Als om technische redenen moet worden gestopt, parkeer de auto dan op
een veilige afstand ten opzichte van het verkeer, zet de motor af en schakel de
alarmlichten in.
Het rode oliedrukcontrolelampje
Daarom moet het oliepeil regelmatig, bij voorkeur bij elke tankstop, worden
gecontroleerd.
Motoroliepeil
Controlelampje
brandt
Als het controlelampje
brandt is het oliepeil waarschijnlijk te laat. Controleer zo
snel mogelijk het oliepeil, resp. vul olie bij bladzijde 224.
Als extra waarschuwingssignaal klinkt een pieptoon.
Op het informatiedisplay* weergegeven tekst:
Check oil level! (Oliepeil controleren!)
Als de motorkap langer dan 30 seconden open blijft staan, gaat het controlelampje uit.
Als er geen motorolie wordt bijgevuld, gaat het controlelampje na ongeveer 100 km
weer branden.
werkt niet als oliepeilindicatie!