Inhoudsopgave
Advertenties
Bij de klepbediening onderscheidt het systeem 3 bereiken
waarin de werking van de individuele bedieningselementen verandert. Er wordt ook
een onderscheid gemaakt tussen de eindposities van de klep - volledig gesloten in
gezekerd slot en volledig geopend.
Symbolenverklaring
Uitvoerbare actie
Niet uitvoerbare actie
Beweging in tegenovergestelde richting dan de vorige beweging
Bediening van de kofferklep met de radiografische afstandsbediening en met de
toets op de middenconsole
Gesloten
Actie
klep
Opening
Stoppen
Sluiten
Bij een ingeschakeld contact werkt de bediening van de kofferklep met de radiografi-
sche afstandsbediening niet.
Als de auto van buiten werd vergrendeld, is de bediening van de kofferklep met de
bladzijde 48, afb. 33
toets op de middenconsole
Als een aanhangwagen aan de wagen gekoppeld is, kan d bediening van de kofferklep
niet met d radiografische afstandsbediening en met de toets op de middenconsole
worden uitgevoerd.
Bediening
Veiligheid
bladzijde 48, afb. 34
Bereik
A
A
A
1
2
3
niet functioneel.
Aanwijzingen voor het
rijden
Bediening van de kofferklep met de greep
Actie
Opening
Stoppen
Sluiten
De bediening van de kofferklep met de greep
bladzijde 47, afb.
mogelijk
Bediening van de kofferklep met de binnenste toets
Geopende
Actie
klep
Opening
Stoppen
Sluiten
De bediening van de kofferklep met de binnenste toets
bladzijde 47, afb.
kofferklep mogelijk
Akoestische signalen
Tijdens de elektrische bediening van de klep zijn akoestische signalen actief. Deze
vervullen een veiligheidsfunctie en geven informatie over het succes van een uitge-
voerde actie.
Gebruikvoorschriften
Ontgrendelen en vergrendelen
A
A
Bereik
Gesloten
klep
A
A
1
2
A
is alleen bij een ontgrendelde auto
A
32.
A
B
Bereik
Gesloten
klep
A
A
1
2
A
B
32.
Raad en daad
49
Geopende
klep
A
3
Geopende
klep
A
3
is alleen bij geopende
Technische gegevens
Advertenties
Inhoudsopgave
