10
De beknopte informatie
De beknopte informatie
Basisfuncties en belangrijke aanwijzingen
Inleiding
Het hoofdstuk 'De beknopte informatie' dient alleen voor een snelle
kennismaking met de belangrijkste bedieningselementen van de auto.
Alle aanwijzingen in de volgende hoofdstukken van de handleiding
moeten beslist in acht genomen worden.
Auto ont- en vergrendelen
A
Auto ontgrendelen
1
A
Kofferklep ontgrendelen
2
A
Auto vergrendelen
3
A
Sleutel uitklappen/inklappen
4
Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 52, 'Auto ont- en vergrendelen'.
Afb. 2 Radiografische afstandsbedie-
ning
Stuurwielstand instellen
Afb. 3 Verstelbaar stuurwiel: Hendel aan de stuurkolom / de juiste afstand van de bestuurder
tegenover het stuurwiel
De stand van het stuurwiel is in hoogte en lengterichting instelbaar.
– Klap de hendel onder de stuurkolom naar beneden
– Plaats het stuurwiel in de gewenste stand (hoogte en hoek).
– Druk de hendel naar boven tot aan het etiket.
Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 124, 'Stuurwielstanden instellen'.
ATTENTIE!
Stel het stuurwiel zo af dat de afstand tussen het stuurwiel en het borstbeen
afb. 3
minstens 25 cm bedraagt
wordt aangehouden, kan het airbagsysteem u niet beschermen - levensgevaar!
Het stuurwiel mag nooit tijdens de rit worden versteld!
Om veiligheidsredenen moet de hendel altijd vast naar boven zijn gedrukt
zodat de stand van het stuurwiel onder het rijden niet onbedoeld kan wijzigen
- kans op ongevallen!
afb. 3
- links.
- rechts. Als deze minimale afstand niet