124
Wegrijden en rijden
Wegrijden en rijden
Stuurwielstanden instellen
Afb. 125 Verstelbaar stuurwiel: Hendel onder het stuurwiel / veilige afstand van het stuur-
wiel
De stand van het stuurwiel is in hoogte en lengterichting instelbaar.
– Stel de bestuurdersstoel in bladzijde 83.
– Klap de hendel onder het stuurwiel naar beneden
– Plaats het stuurwiel in de gewenste stand (hoogte en hoek).
– Druk de hendel naar boven tot aan het etiket.
ATTENTIE!
Het stuurwiel mag nooit tijdens de rit worden versteld!
De bestuurder moet een minimale afstand van 25 cm ten opzichte van het
afb. 125
stuur aanhouden
- rechts. Als deze minimale afstand niet wordt
aangehouden, kan het airbagsysteem u niet beschermen - levensgevaar!
Om veiligheidsredenen moet de hendel altijd vast naar boven zijn gedrukt
zodat de stand van het stuurwiel onder het rijden niet onbedoeld kan wijzigen
- kans op ongevallen!
Als het stuurwiel meer in de richting van het hoofd wordt versteld, zal bij
een aanrijding de bestuurdersairbag minder bescherming bieden. Controleer
of het stuurwiel naar de borst is gericht.
de buitenrand in de stand van 9 uur en 3 uur vast. Houd het stuurwiel nooit in
de 12-uursstand of in een andere stand vast (bijv. in het midden of aan de
binnenste stuurwielrand). In een dergelijk geval zou, bij het activeren van de
bestuurdersairbag, letsel kunnen worden opgelopen aan armen, handen en
hoofd.
Contactslot
afb. 125
- links
.
Benzinemotoren
A
A
A
Dieselmotoren
A
stuurinrichting kan worden geblokkeerd
A
schakeld - anders wordt de autoaccu onnodig belast.
ATTENTIE! Vervolg
Houd tijdens het rijden het stuurwiel met de beide handen aan de zijkant op
- contact uitgeschakeld, motor afgezet, de stuurinrichting kan worden geblokkeerd
1
- contact ingeschakeld
2
- motor starten
3
- onderbreking van de brandstoftoevoer, contact uitgeschakeld, motor afgezet, de
1
- motor voorgloeien, contact ingeschakeld
2
Tijdens het voorgloeien mogen er geen grotere elektrische verbruikers zijn inge-
Afb. 126 Contactslotstanden