keld en naar een servicedealer worden gebracht. Na het uitschakelen van het contact
is het dan niet meer mogelijk om de stuurinrichting te vergrendelen, de elektriche
verbruikers te activeren (bv. radio, navigatiesystemen), om het contact terug in te scha-
kelen en de motor te starten.
Depress clutch! (Koppeling indrukken!) resp. CLUTCH (KOPPELING)
Deze melding wordt weergegeven als u bij het starten van de motor het koppelingspe-
daal niet indrukt.
Depress brake pedal! (Rempedaal indrukken!) resp. BRAKE (REM)
Deze melding wordt weergegeven als u bij het starten van de motor het rempedaal
niet indrukt, de controlelamp
Move selector lever to position P/N! (Keuzehendel in positie P/N plaatsen!) resp.
10)
P/N
Deze melding wordt weergegeven als de keuzehendel zich bij het vergrendelen van de
stuurinrichting, het in-/uitschakelen van het contact of bij het starten van de motor niet
in de standen P of N bevindt.
Move selector lever to position P! (Keuzehendel in positie P plaatsen!) resp.
10)
P
Deze melding wordt weergegeven als de keuzehendel zich bij het openen van het
bestuurdersportier en bij uitgeschakeld contact niet in de stand P bevindt, of als hij
zich bij het uitschakelen van het contact, bij een geopend bestuurdersportier niet in de
stand P bevindt. De melding dooft na enkele seconden, door het inschakelen van het
contact, of door de keuzehendel in de stand P te plaatsen.
10)
Geldt voor auto's met automatische versnellingsbak.
Bediening
Veiligheid
brandt.
Aanwijzingen voor het
rijden
Parkeerhulp*
Parkeerhulp achter*
De parkeerhulp waarschuwt voor obstakels achter de auto.
De akoestische parkeerhulp bepaalt met behulp van ultrasone sensoren de afstand
tussen de achterbumper en een obstakel achter de auto. De tonen van de parkeerhulp
kunnen in het menu informatie display* aangepast worden bladzijde 25. De
sensoren bevinden zich in de achterbumper.
Bereik van de sensoren
De afstandswaarschuwing start bij een afstand van ongeveer 160 cm tot aan het
A
afb.
obstakel (bereik
131). Als de afstand korter wordt, worden ook de tussen-
A
pozen tussen de toonimpulsen korter.
Vanaf een afstand van ca. 30 cm (bereik
zone. Vanaf hier mag u niet verder achteruit rijden! Is de auto uitgerust met een
ingebouwde trekhaak*, begint de grens van het gevaarbereik - constante toon - 5 cm
verder achter de auto. De auto kan door een ingebouwde, verwijderbare aanhanger-
waarschuwing langer worden.
Bij auto's die van de fabriek met Radio* of Navigatiesysteem* uitgerust zijn, wordt de
afstand van de hindernis grafisch op het display aangetoond. Bij voertuigen die van de
fabriek met aanhangerwaarschuwing worden de sensoren bij gebruik van de
aanhanger gedeactiveerd. De bestuurder wordt door een grafische aanduiding (voer-
tuig met aanhanger) op het display van de Radio* of de navigatie* hier opmerkzaam
gemaakt. Bij Radio* of Navigatiesysteem*, die door de fabriek zijn ingebouwd, kunnen
die ingesteld worden, dat bij het activeren van de parkeerhulp het volume luidsterkte
Gebruikvoorschriften
Raad en daad
Wegrijden en rijden
Afb. 131 Parkeerhulp: Detectiebereik
van de sensoren, achter
A
) is een constante toon hoorbaar - gevaren-
B
Technische gegevens
131