Aanwijzingen voor het rijden
Intelligente techniek
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)*
Algemeen
Algemeen
Met behulp van het ESP wordt de controle over de auto in rijdynamische grenssituaties
verhoogd zoals bijv. bij het accelereren in bochten. Afhankelijk van de staat van het
wegdek wordt het slipgevaar gereduceerd en zo de rijstabiliteit van de auto verbeterd.
Het systeem werkt bij alle snelheden.
In het elektronische stabiliteitsprogramma zijn de volgende systemen geïntegreerd:
elektronisch sperdifferentieel (EDS),
aandrijfslipregeling (ASR),
actieve stuurbekrachtiging (DSR),
Antiblokkeersysteem (ABS),
remassistent (remkrachtverhoger),
Assistent voor rijden op hellende wegen.
Het ESP-systeem kan men niet uitschakelen. Door het indrukken van de toets
afb. 170
wordt alleen het ASR-systeem uitgeschakeld, de controlelamp
Bediening
Veiligheid
Afb. 170 ESP-schakelaar
licht op.
Aanwijzingen voor het
rijden
Werking
Het ESP schakelt bij het starten van de motor automatisch in en voert een zelftest uit.
Het ESP-regelapparaat verwerkt de gegevens van de afzonderlijke systemen Het
verwerkt bovendien extra meetgegevens die door de uiterst gevoelige sensoren
worden aangeleverd: de giersnelheid van de auto om de topas, de acceleratie in
dwarsrichting, de remdruk en de stuuruitslag.
Op basis van de stuuruitslag en de rijsnelheid wordt de door de bestuurder gekozen
rijrichting bepaald, die constant met het werkelijke gedrag van de auto wordt verge-
leken. Bij afwijkingen, zoals bijv. bij de neiging tot slippen, remt het ESP het betreffende
wiel automatisch af.
Door de bij het afremmen van het wiel ontstane krachten wordt de auto weer gestabi-
liseerd. Bij overstuur (neiging tot het uitbreken van de achterzijde) vindt de remingreep
hoofdzakelijk plaats in het voorwiel buiten in de bocht, en bij onderstuur (neiging tot
het rechtuitschuiven uit de bocht) bij het achterwiel dat zich aan de binnenzijde van de
bocht bevindt. Deze remingreep gaat gepaard met geluid.
Tijdens de ingreep in het systeem knippert het controlelampje
tenpaneel bladzijde 34.
Het ESP werkt in combinatie met het ABS bladzijde 197. Bij een ABS-storing valt ook
het ESP uit.
Bij een storing aan de ESP brandt op het instrumentenpaneel het ESP-controlelampje
bladzijde 34.
ATTENTIE!
De natuurkundige grenzen kunnen ook door het ESP niet worden overwonnen.
Ook bij auto's met ESP moet u uw rijstijl steeds aan de staat van het wegdek en
de verkeerssituatie aanpassen. Dat geldt in het bijzonder op een glad en nat
wegdek. De geboden hogere veiligheid mag geen aanleiding zijn tot het nemen
van veiligheidsrisico's - kans op ongevallen.
Gebruikvoorschriften
Raad en daad
Intelligente techniek
193
op het instrumen-
Technische gegevens