Staartfunctie
Door het draaien van de hoofdrotor in de richting van de wijzers van de klok (van bovenaf gezien) ontstaat op de
romp een draaimoment dat tegen de richting van de wijzers van de klok werkt. Omwille van deze reden is de staar-
trotor zo afgesteld dat hij zonder stuurbevel van de zender de draaibeweging van de romp tegenwerkt. Wanneer de
stuurknuppel voor de staartfunctie (zie afbeelding 1, pos. 14) in de middelste stand staat, is de invalshoek van de
staartrotor automatisch zo hoog dat de helikopter stabiel in de lucht kan zweven en zich daarbij niet rond de rotoras
(hoofdrotoras) draait.
Wordt de stuurknuppel naar links bewogen, verandert de hellingshoek van de staartrotor en de punt van de romp van
de helikopter draait naar links.
Wordt de stuurknuppel naar rechts bewogen, verandert de hellingshoek van de staartrotor in de andere richting en de
punt van de romp van de helikopter draait naar rechts (zie afbeelding 24).
Roll-functie
Met behulp van de roll-functie kunt u de modelhelikopter zijwaarts naar links en rechts bewegen (zie afb. 25). De
bediening gebeurt met de rechter stuurknuppel (zie afb. 1, positie 6).
Als de knuppel lichtjes naar links wordt gestuurd, kantelt de tuimelschijf naar links en zweeft het model opzij naar links.
Stuurt u naar rechts, dan drift het model zijwaarts naar rechts.
182
All manuals and user guides at all-guides.com
Afbeelding 24
Afbeelding 25