Inbedrijfstelling
I
5
IPOSplus®-variabelen registreren
0 0
plus®
5.5
IPOS
Voorbeeld
46
-variabelen registreren
plus®
IPOS
-variabelen kunnen terwijl het systeem in bedrijf is met het programma
"Scope" in MOVITOOLS
de regelaar MOVIDRIVE
Voor deze registratie zijn de beide 32-bits IPOS
baar. Met behulp van twee pointervariabelen (H125/H126) op H474 en H475 kan elke
plus®
IPOS
-variabele met het programma "Scope" worden geregistreerd:
•
H125 Æ Scope474Pointer
•
H126 Æ Scope475Pointer
Het nummer van de IPOS
geregistreerd, moet via het variabelenvenster van de IPOS Assembler of Compiler in
pointervariabele H125 of H126 worden ingevoerd.
plus®
De IPOS
-variabele H511 Actual motor position moet worden geregistreerd. Ga als
volgt te werk:
•
Geef in het programma "Scope" in het variabelenvenster de waarde 511 op in varia-
bele H125.
•
Stel in het programma "Scope" via [File] / [New] kanaal 3 in op IPOS variable H474
LOW en kanaal 4 op IPOS variable H474 HIGH. Het programma "Scope" registreert
dan de waarde van IPOS
•
De pointervariabelen worden in het IPOS
plus®
IPOS
-variabele H474 of H475 gekopieerd.
•
De snelheid (instructies / ms) van TASK 3 is afhankelijk van de processorbelasting
van de MOVIDRIVE
•
In de variabele H1002 staat de tijd (ms) die TASK 3 nodig heeft om de waarden uit
de pointervariabele naar de IPOS
deze waarde 0 is, duurt de kopieerbewerking korter dan 1 ms.
®
worden geregistreerd. Dit is echter uitsluitend mogelijk voor
®
MDX61B.
plus®
plus®
-variabele dat met het programma "Scope" moet worden
plus®
-variabele H511.
plus®
®
MDX61B.
plus®
-variabelen H474 en H475 te kopiëren. Als
®
Handboek – MOVIDRIVE
-variabelen H474 en H475 beschik-
-programma in TASK 3 naar de
MDX61B Stapcorrectieregeling via veldbus
10826AXX
10827AEN