Meting van de motortemperatuur via de analoge I/O-uitbreiding
Dit onderdeel beschrijft de temperatuurmeting van één motor wanneer een optionele
analoge I/O-uitbreidingsmodule RAIO als de interface wordt gebruikt.
Eén sensor
Drie sensoren
T
WAARSCHUWING! Volgens IEC 664 is voor de aansluiting van de
motortemperatuursensor op de RAIO-module dubbele of versterkte isolatie tussen
de onder spanning staande motoronderdelen en de sensor noodzakelijk. Versterkte
isolatie omvat een vrije afstand en kruipafstand van 8 mm (apparatuur van 400 /
500 VAC). Als de machinegroep hieraan niet voldoet:
• moeten de klemmen van de RAIO-module tegen aanraken worden beveiligd en
mogen ze niet op andere apparatuur worden aangesloten.
Of
• de temperatuursensor moet galvanisch worden gescheiden van de klemmen van
de RAIO-module.
Zie ook de sectie
Motor
T
10 nF
(> 630 VAC)
Motor
T
T
10 nF
(> 630 VAC)
Thermische motorbeveiliging
RAIO module
AI1+
AI1-
AO1+
AO1-
SHLD
RAIO module
AI1+
AI1-
AO1+
AO1-
SHLD
op pagina 67.
De minimum spanning
van de condensator
moet 630 VAC zijn.
Programmakenmerken
79