66
Hexagonale motorflux
De omvormer stuurt de motorflux doorgaans zodanig dat de draaifluxvector een
cirkelpatroon volgt. Dit is ideaal bij de meeste toepassingen. Bij gebruik boven het
veldverzwakkingspunt (FWP, doorgaans 50 of 60 Hz), is het echter niet mogelijk om
100% van de uitgangsspanning te bereiken. Het piekbelastingsvermogen van de
omvormer is lager dan bij volle spanning.
Bij keuze van hexagonale fluxregeling wordt de motorflux in een cirkelpatroon onder
het veldverzwakkingspunt gehouden en in een hexagonaal patroon in het
veldverzwakkingsgebied. Het toegepaste patroon wordt geleidelijk gewijzigd
naarmate de frequentie toeneemt van 100% tot 120% van het FWP. Bij gebruik van
het hexagonale fluxpatroon kan de maximale spanningsuitgang worden bereikt; Het
piekbelastingsvermogen is hoger dan bij een cirkelvormig fluxpatroon maar het
continue belastingsvermogen is vanwege toegenomen verliezen lager in het
frequentiegebied FWP tot 1,6
Instellingen
Parameter 26.05.
Programmeerbare beveiligingsfuncties
AI<Min
De functie AI<Min bepaalt de werking van de omvormer als het analoge
ingangssignaal beneden de vooraf ingestelde minimumlimiet komt.
Instellingen
Parameter 30.01.
Paneeluitval
De functie Paneeluitval bepaalt de werking van de omvormer als het als
besturingsplaats van de omvormer gekozen bedieningspaneel niet meer
communiceert.
Instellingen
Parameter 30.02.
Externe fout
Externe fouten kunnen worden bewaakt door een digitale ingang aan te wijzen als
de bron voor een extern foutsignaal.
Instellingen
Parameter 30.03.
Programmakenmerken
·
FWP.