Instellingen
Parameter
99.02
40.01...40.13, 40.19,
40.25...40.27
32.13...32.18
Diagnostiek
Actuele gegevens
01.12, 01.24, 01.25,
01.26
Groep
RELAISUITGANGEN
Groep
UITGANGEN
Groep
AO
Slaapfunctie van de PID-regeling
De slaapfunctie werkt binnen 100 ms.
Het onderstaande blokschema illustreert de in-/uitschakellogica van de slaapfunctie.
De slaapfunctie kan uitsluitend worden gebruikt als de PID-regeling actief is.
Vergelijk
1
Mot.toeren
1<2
INTERNAL
2
40.21
Mot.toeren: Werkelijk toerental van de motor
%refActive: De %-referentie (EXT REF2) wordt gebruikt. Zie parameter 11.02.
PIDCtrlActive:
modulating: De IGBT-regeling van de omzetter is actief
Functie
Activeren van de PID-regeling
Instellingen van de PID-regeling
De bewakingslimieten voor de procesreferentie REF2 en de variabelen
WERKW1 en WERKW2
Functie
Referentie, werkelijke waarden en foutwaarde voor de PID-regeling
en
01.34
14
Aangeven van een overschrijding van de bewakingslimiet via een
relaisuitgang
15 ANALOGE
Waarden van de PID-regeling via standaard analoge uitgangen
96 EXTERNAL
Waarden van de PID-regeling via optionele analoge uitgangen
Keuze
0
DI1
. . .
%refActive
PIDCtrlActive
40.20
modulating
Vergelijk
01.34
1
1<2
40.23
2
99.02
is PID CTRL
Vertraging
And
t
&
40.22
03.02 (B1)
03.02 (B2)
Keuze
Vertraging
0
INTERNAL
DI1
. . .
40.20
Set/Reset
S
S/R
R
Of
1)
<1
Of
1 = Slaapfunctie
activeren
<1
0 = Slaapfunctie
StartRq
deactiveren
t
40.24
Programmakenmerken
75
1)