164
Index
Naam/Keuze
1...3 PTC
35.02
MOT 1 TEMP ALM L
-10 ... 5000 ohm/°C
(PTC/Pt100)
35.03
MOT 1 TEMP FT L
-10 ... 5000 ohm/°C
(PTC/Pt100)
35.04
MOT 2 TEMP AI2 SEL Activeert de meetfunctie voor de temperatuur van motor 2 en bepaalt het
NIET GEBRUIKT
1xPT100
2XPT100
3XPT100
1...3 PTC
35.05
MOT 2 TEMP ALM L
Actuele signalen en parameters
Omschrijving
De functie is actief. De temperatuur wordt bewaakt met een tot drie PTC-
sensoren of een tot drie KTY84-1xx silicium temperatuursensoren. Analoge
uitgang AO1 voert een constante stroom door de sensor(en). De
sensorweerstand neemt sterk toe naarmate de motortemperatuur boven de
PTC-referentietemperatuur (T
De temperatuurmeetfunctie leest de spanning via analoge ingang AI1 en zet
deze om in Ohm. De onderstaande afbeelding laat gebruikelijke PTC-
sensorweerstandswaarden zien als functie van de bedrijfstemperatuur van de
motor.
Temperatuur
Weerstand
Normaal
0 ... 1.5 kohm
Te hoog
> 4 kohm
Definieert de alarmlimiet voor de temperatuurmeting van motor 1. De
alarmindicatie wordt weergegeven als de limiet wordt overschreden.
Limiet in °C of Ohm. °C: parameter
Ohm: parameter
35.01
is
1...3
Definieert de uitschakellimiet voor de temperatuurmeting van motor 1. De
foutindicatie wordt weergegeven wanneer de limiet wordt overschreden.
Limiet in °C of Ohm. °C: parameter
Ohm: parameter
35.01
is
1...3
sensortype. Er kunnen alleen twee motoren worden beschermd door gebruik
van een optionele analoge uitbreidingsmodule. Parameter
geactiveerd.
Opmerking: Als
98.12
wordt geactiveerd, wordt de analoge I/O-
uitbreidingsmodule ook gebruikt voor de temperatuurmeting van motor 1 (de
standaard I/O-klemmen worden niet gebruikt).
Opmerking: Als een optionele analoge I/O Uitbreidingsmodule RAIO gebruikt
wordt voor de temperatuurmeting en
MOT 2 TEMP AI2 SEL zijn ingesteld op 1xPT100, dan dient het
ingangssignaal-bereik van de analoge uitbreidingsmodule ingesteld worden op
0...2 V (in plaats van 0...10 V) via DIP switches.
Zie 35.01.
Zie 35.01.
Zie 35.01.
Zie 35.01.
Zie 35.01.
Definieert de alarmlimiet voor de functie temperatuurmeting van motor 2. De
alarmindicatie wordt weergegeven wanneer de limiet wordt overschreden.
) stijgt, evenals de spanning op de weerstand.
ref
Ohm
4000
1330
550
100
35.01
is 1xPT100, 2XPT100, 3XPT100.
PTC.
35.01
is 1xPT100, 2XPT100, 3XPT100.
PTC.
35.01
MOT 1 TEMP AI1 SEL en/of
FbEq
5
T
-10 ... 5000
-10 ... 5000
98.12
moet worden
35.04
1
2
3
4
5