Advertenties
250
WAARSCHUWING
OORZAAK
MOTOR START
De motoridentificatierun wordt gestart. Deze
waarschuwing maakt deel uit van de ID
(FF34)
runprocedure.
MOTORTEMP
De temperatuur van de motor is te hoog (of lijkt
(4310)
te hoog). Dat kan worden veroorzaakt door
overmatige belasting, onvoldoende
3.08 AW 1 bit 3
motorvermogen, onvoldoende koeling of
(programmeerbare
verkeerde opstartgegevens.
foutfunctie
30.04...30.09)
MOTOR 1 TEMP
De gemeten motortemperatuur overschrijdt de
(4312)
alarmlimiet ingesteld door parameter 35.02.
3.16 AW 4 bit 1
MOTOR 2 TEMP
De gemeten motortemperatuur overschrijdt de
(4313)
alarmlimiet ingesteld door parameter 35.05.
3.16 AW 4 bit 2
MOT VERM LIM
De omvormer beperkt het motorvermogen
volgens de limieten bepaald door parameters
(FF86)
20.11
3.18 AW 5 bit 12
(programmeerbare
foutfunctie 30.23)
MOT KOPP LIM
De omvormer beperkt het motorkoppel volgens
de berekende motor losbreekkoppellimiet en
(FF85)
minimum en maximum koppellimieten bepaald
3.18 AW 5 bit 11
door parameters
(programmeerbare
foutfunctie 30.23)
PANEELUITVAL
Een bedieningspaneel gekozen als actieve
(5300)
besturingslocatie voor de omvormer
communiceert niet meer.
3.09 AW 2 bit 13
(programmeerbare
foutfunctie 30.02)
POINTER ERROR
Bronkeuzeparameter (pointer) wijst naar een
niet bestaande parameterindex.
(FFD0)
Foutopsporing
en 20.12.
20.13
en 20.14.
OPLOSSING
Wacht totdat de omvormer aangeeft dat de
motoridentificatie is voltooid.
Controleer de nominale waarden, belasting en
koeling van de motor.
Controleer de opstartgegevens.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer de waarde van de alarmlimiet.
Controleer of het werkelijke aantal sensoren
overeenkomt met de ingestelde
parameterwaarde.
Laat de motor afkoelen. Zorg voor een goede
motorkoeling: controleer de koelventilator,
maak de koeloppervlakken schoon, enz..
Controleer de waarde van de alarmlimiet.
Controleer of het werkelijke aantal sensoren
overeenkomt met de ingestelde
parameterwaarde.
Laat de motor afkoelen. Zorg voor een goede
motorkoeling: controleer de koelventilator,
maak de koeloppervlakken schoon, enz..
Informatief alarm
Controleer de instelling van parameter
MOTOR LIMIET en
20.12
LIMIET.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Informatief alarm
Controleer de instelling van parameter
MIN KOPPELKEUZE en
KOPPELKEUZE.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Als LIMIET WOORD 1 bit 0 TORQ MOTOR
LIM is 1,
- controleer de instelling van de
motorparameter (parameter groep
OPSTARTGEGEVENS)
- zorg er voor dat de ID run succesvol voltooid
is.
Controleer paneelaansluiting (zie de
betreffende hardwarehandleiding).
Controleer connector van bedieningspaneel.
Zet bedieningspaneel terug op montageplaat.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer instelling bronkeuzeparameter
(pointer).
20.11
P
P GENERAT
20.13
20.14
MAX
99
Advertenties
